Zoeken

Roofs 2020-04-24 Circulaire deugdzaamheid (premium)

Duurzaam is niet altijd deugdzaam

Het is volkomen terecht dat van duurzaamheid en circulariteit belangrijke actuele thema’s zijn gemaakt. Maar hoe voorkomen we dat dit niet verder komt dan slechts een ‘groene boost voor het imago’, of dat als gevolg hiervan één en ander op den duur niet ‘deugdzaam’ blijkt te zijn? Kunnen we langzamerhand een scheiding maken tussen de waan en de werkelijkheid?

Willem Koppen, Koppen Bouwexperts

Het was kansloos. De levensduurverlenging met 40 jaar was niet meer realistisch voor de circa 100 ongeïsoleerde arbeiderswoningen uit de veertiger jaren van de vorige eeuw bij ons in de buurt. Mede uit ons onderzoek bleek dat de mortel slecht is, de muurankers doorgeroest, fundering te smal, de gordingen te licht en de pannen aangetast. Constructief, energetisch en installatietechnisch bleek renovatie realistisch gezien niet meer verantwoord.

De huidige bewoners zijn met deze feiten uiteindelijk ­overtuigd. Zij hebben er nu vrede mee. Tijdens de voorbereidingen voor de sloop-nieuwbouw stelt de woningbouwcorporatie in het Programma Van Eisen dat de nieuwe woningen ook duurzaam en circulair moeten zijn. De ‘ladder van Lansink’ (1) wordt hierbij genoemd.

Pragmatisch doorpakken

Omdat ik vind dat duurzaamheid en circulariteit belangrijke actuele thema’s zijn, heb ik meteen voorgesteld om een stap verder te gaan met circulariteit door het uit de toekomst te halen. Nee, geen theoretisch model dat nu goed klinkt en waarbij ervan uit wordt gegaan dat ooit, iemand, later de materialen kan circuleren. Dus: wél concreet en vooral NU starten en bouwen met circulaire materialen bij deze sloop/nieuwbouw locatie. Dus met de uit de wijk gebruikte stenen, balken, dakpannen, kozijnen, et cetera. Alles wat nog goed is.

Het antwoord was kort en krachtig: “Ik kan me dat niet voorstellen. Voor de sloop van de woningen is hergebruik elders een pré en voor nieuwbouw dat de materialen in de ­toekomst bij renovatie of sloop hergebruikt kunnen worden.” Ik begrijp dit ‘not in my backyard’ -fenomeen heel goed. Is dit dan een scheiding tussen de waan en de werkelijkheid?!

Daken versus installaties

Heeft u wel eens nagedacht over de levensduur van een installatie versus het dak? Qua kosten zijn zij inmiddels gelijkwaardig, nu we van het gas af moeten. De installatie is echter na 80 jaar minimaal 5x vervangen en het dak niet.

Installaties veroorzaken een veel grotere milieubelasting en hebben een veel kortere levensduur. Bij onze eerste meet-demonstratiewoning uit 2001 wordt deze maand de derde warmtepomp geïnstalleerd, omdat er van de 9 jaar oude warmtepomp geen onderdelen meer te verkrijgen zijn. Noch de fabrikant, noch degene die verantwoordelijk was voor de keuze destijds voelt zich aangesproken. Zonder het te beseffen, ben ik door anderen veroordeeld om voor de derde keer weer vele duizenden euro’s uit te geven. Beloofde prijs­dalingen zijn een farce. De productiekosten van die dure warmtepompen zijn weliswaar wat omlaag gegaan, maar de handelsgeest en de uurlonen zeker niet. Welke huizenbezitter is zich hiervan bewust en wie kan/wil dat betalen?

Stel u zich voor dat dit ook voor het dak zou gelden. Ieder decennium de boel vervangen. Dat zou toch niemand accepteren?! Waarom accepteren wij dat dan wel van de installatiebranche? Waarom heeft de installatie geen levensduur van minimaal 50 jaar, zoals dat bij het dak het geval is? Dat moet toch mogelijk zijn?!

Die installatie mag dan bij aanschaf wel duurzaam zijn, deugdzaam is het op deze manier zeker niet. Laten we met elkaar meer sturen op ‘deugdzaamheid’. Wat dat betreft is de dakenbranche de installatiewereld ver vooruit!

NeroZero

Bijna 20 jaar heb ik als adviseur dit soort kwesties aan de orde gesteld. Veel veranderingen heb ik helaas niet gezien. Om het goede voorbeeld te geven, hebben wij daarom besloten zelf NeroZero-woningen en -appartementen te gaan ontwikkelen en dat vooral waar de grootste uitdaging ligt: het sociale segment. In de basis natuurlijk deugdzaam en met een extreem lage energievraag, door vooral bewust bekwaam vakmanschap!

Verder vooral ruimhartig ventileren en een installatie die door de fabrikant wordt gegarandeerd én onderhouden, inclusief een instandhoudingsverplichting. Filters worden door de fabrikant jaarlijks vervangen en de zonnepanelen en de douche-WTW worden jaarlijks schoongemaakt. De energieprestaties worden gegarandeerd. Doordat de fabrikant nu een belang heeft, maakt hij betere apparaten die langer meegaan en die bovendien gereviseerd kunnen worden. Eindelijk. En dat terwijl de maandlasten van de gebruiker hierdoor niet hoger worden. En voor degene die wél wil: met gerecyclede materialen uit de directe omgeving.

Wij hebben ons ten doel gesteld om met plezier hieraan te werken, om met trots terug te kunnen kijken op wat wij hebben gerealiseerd. Reclame hoeven wij niet te maken: toen de eerste 18 woningen in korte tijd ruim 10x overtekend waren, hebben wij de inschrijving beëindigd. De woningen waren meteen verkocht.

De “Ladder van Lansink – De Afvalhiërarchie” onderscheidt drie categorieën van omgaan met afval. Preventie en hergebruik hebben de hoogste prioriteit. Vervolgens recycling en hoogwaardige energiewinning. De minste voorkeur heeft het verbranden of storten van afval.