Roofs 2020-11-34 Veiligheid moet je communiceren
Special veilig en gezond werken
De meeste systemen voor het veilig werken op daken vereisen enige kennis over het gebruik ervan. Niet zomaar iedereen kan zich aan een lijnsysteem koppelen, bijvoorbeeld. Dat betekent dus ook dat de gebouweigenaar op de hoogte moet zijn wie op het dak komt en of die persoon weet hoe er veilig kan worden gewerkt. Veiligheidskundige Ilse Bakker van KEUR-IG deed onderzoek naar de communicatie van veiligheid en constateerde dat op dit gebied het één en ander te verbeteren valt.
Edwin Fagel
Dakenaudit uit Sittard is een adviesbureau voor zowel platte als hellende daken en werkt voor meerdere grote opdrachtgevers. Het bedrijf komt in de praktijk vaak tegen dat de op het dak aanwezige veiligheidsvoorzieningen niet of verkeerd worden gebruikt. Huub Bakker van Dakenaudit suggereerde het onderwerp aan zijn dochter Ilse, toen zij zich ging richten op haar scriptieonderzoek naar ‘veilig werken op hoogte’. Inmiddels heeft Ilse Bakker de opleiding succesvol afgerond en zal zij als veiligheidskundige de dakenbranche, waaronder ook het bureau van haar vader, onder de naam KEUR-IG bijstaan in de verdere advisering op dit gebied.
Protocol
“Er is zelden een protocol aanwezig, waarin wordt vastgelegd waar personen, die op het dak werkzaamheden moeten verrichten, aan moeten voldoen,” vertelt ze. “Zo kan het voorkomen dat op het dak alle voorzieningen aanwezig zijn om veilig te kunnen werken, maar dat er toch onveilige situaties ontstaan. De oorzaak hiervan is dat men eigenlijk niet weet hoe de voorzieningen zijn te gebruiken en in veel gevallen is men zich niet eens bewust van het gevaar of de aanwezigheid van de voorzieningen. Een vrij algemeen beeld is dat het opdrachtgevers ontbreekt aan een systematiek om bij te houden wie op het dak aanwezig moeten zijn en of deze personen op de hoogte zijn van de methodieken die worden gebruikt om op het dak veilig te kunnen werken. Voor het gebruik van ankerpunten en PBM’s is een goede uitleg en training noodzakelijk. Ook moet degene die op het dak gaat werken, erop worden gewezen dat hij of zij bijvoorbeeld op de looppaden moet blijven. Minstens zo belangrijk is te weten dat de tegels die langs de dakrand zijn gelegd geen looppaden zijn.”
De problematiek gaat nog dieper dan dat, voegt Huub Bakker toe: “Denk bijvoorbeeld eens aan de werkzaamheden op scholen, verzorgingstehuizen of instellingen voor geestelijk gehandicapten. De op het werk aanwezige dakdekkers/installateurs moeten worden geïnstrueerd over de gebruiksfunctie van het gebouw en de extra te nemen maatregelen. Anders zou er zomaar een gevaarlijke situatie kunnen ontstaan voor de gebruikers van het gebouw, waar de eigenaar/huurder uiteindelijk verantwoordelijk is.”
Aanbevelingen
Tijdens het onderzoek voor haar eindscriptie richtte Ilse Bakker zich op de proceskant. “Een dak veilig inrichten voor het uitvoeren van werkzaamheden is noodzakelijk. Echter, zonder integratie in de RI&E en de daarbij behorende protocollen en erkomschrijvingen, is zo’n dak ondanks de getroffen maatregelen niet meteen ‘veilig’.” Zij heeft voor haar scriptie daarin de vertaalslag gemaakt en kwam tot een aantal aanbevelingen, die ook naar andere organisaties vertaald kunnen worden.
Te denken valt aan:
- Een sleutelprotocol met aan- en afmelden. Bij sleutelafgifte kan de betreffende persoon van de benodigde informatie/instructies worden voorzien. De organisatie houdt dan voor haar deel de regie op veilig werken én weet wanneer iemand het dak betreedt en heeft verlaten.
- Een dakprotocol, waarin de veilige en niet veilige gebieden zijn aangegeven. Met informatie over aanwezige (veiligheids-)voorzieningen, hoe te handelen bij calamiteiten, verbod op daktoetreding tijdens risicovolle omgevingsfactoren zoals weersinvloeden, straling etc.
- BHV organisatie. Is de bedrijfshulpverlening ingericht voor hulpverlening in onveilig gebied? Dit is voor zowel de eigen werknemers als die van derden van belang. Als hierin niet gefaciliteerd kan worden, zijn er aanvullende maatregelen en afspraken nodig. Met derden die werkzaamheden komen uitvoeren kan contractueel worden vastgelegd dat zij hier zelf in moeten voorzien. Voor eigen personeel moeten er duidelijke richtlijnen en indien nodig opleiding en trainingen zijn.
- Informatie over de gebruiksfunctie van een gebouw. Voor onder andere scholen, verzorgingstehuizen of instellingen voor geestelijk gehandicapten zijn vaak specifieke instructies van belang. Hoe communiceert een externe gebouwenbeheerder of verhuurder over deze specifieke eisen met de aannemers die zij contracteren voor het uitvoeren van werkzaamheden op deze gebouwen?
Kennis en communicatie is essentieel als het gaat over risico’s en hoe deze te beheersen.