Zoeken

Roofs 2021-07-42 MVRDV maakt werk van de onbenutte ruimten

Special Multifunctionele Daken, Parkeerdaken

Daken staat bij MVRDV in een goed blaadje. Het architectenbureau laat geen kans onbenut om dakvlakken bruikbaar te maken. “We stoppen daar veel energie in”, verklaart Sanne van Manen, associate architect bij MVRDV, die ook meewerkte aan de Dakencatalogus. “Ook als de opdrachtgever er nog geen oren naar heeft.”

Tekst: Tjerk van Duinen; Beeld: MVRDV

Het Diddenhuis aan de Beatrijsstraat in Rotterdam is waar het allemaal begon. Op een bestaand huizenblok van begin 20e eeuw is daar een knalblauwe uitbreiding opgezet, tevens het eerste Rotterdamse project van het bureau. “Dat was de start van veel projecten waar daken een rol spelen”, vervolgt Van Manen. “We zien daken als een vloer waar je wat op kunt doen. Daarbij hebben wij geen voorkeur voor een bepaalde functie. Wij hebben een voorkeur voor daken die gebruikt kunnen worden, waar mensen kunnen verblijven, lunchen, ontsnappen aan de drukte en in een mooie, prettige omgeving kunnen verblijven. Net als een gebouw zou een dak in principe ook levensloopbestendig moeten zijn. En dat betekent meestal: zwaarder uitvoeren. Dan kun je in een latere levensfase van het gebouw groen bijvoorbeeld vervangen door sport of iets anders. In de Dakencatalogus staan 130 alternatieven. Als je een tijdje bij MVRDV werkt, zeg je niet meer zo snel: dat kan niet. Je kunt ons omschrijven als professionele avonturiers.”

Alle details moeten kloppen

Opdrachtgevers zijn in de regel veel behoudender en voorzichtiger. “Dat dwingt ons om al vroeg principedetails te laten zien om de opdrachtgever en andere partijen te overtuigen. Dat gaat met de grote en groeiende voorbeeldbibliotheek waar we naar kunnen verwijzen wel steeds gemakkelijker. En opdrachtgevers weten inmiddels wat ze kunnen verwachten als ze bij ons aanbellen. Wij steken ook veel tijd en energie in het constructieve aspect en zorgen dat er een waterdicht gebouw ontstaat. Dat betekent dat alle details moeten kloppen. Het komt erop neer dat we soms al in een heel vroeg stadium de cruciale details oplossen. Bij de Valley in Amsterdam hebben we bomenexperts erbij gehaald, omdat daar vrij grote bomen geplaatst worden. Dat soort elementen staan bijvoorbeeld altijd op een kolompositie. Wat je bij Valley, de Grotiustoren in Den Haag, de Baltyk Tower in Poznan en veel andere projecten kunt zien, is dat we het bovenste dak zo klein mogelijk maken en daaronder veel kleinere daken en tussendaken maken die terras worden. Bij de Valley staat er alleen maar een glazenwasinstallatie op het hoogste dak. Zo creëren we een gelaagde stad, een verticale wereld met allerlei niveaus, en niet zozeer een constructie met begane grond, verdiepingen en dak.”