Roofs 2021-11-03 Verstand van daken
voorwoord
In zijn overzicht van de ‘geschiedenis’ van het dakonderhoud zet Marco de Kok de evolutie uiteen van deze, lange tijd ondergewaardeerde, activiteit. Dat er een tijd was dat vastgoedeigenaren het dakonderhoud vergaten, omdat afgebladderde verf van een kozijn wel in beeld was en een dakbedekking met craquelé niet. Dat die waardering er op den duur wel kwam in de vorm van onderhoudscontracten en steeds betere rapportages. Dat kleine reparaties en schoonmaken meteen kon worden meegenomen (scheelde tijd en geld). En dat er in rapportages ook werd aangegeven op welke termijn reparaties aan de orde waren, wat dat zou kosten en wat de resterende levensduur van het dak was.
De Kok constateert achterin het artikel terecht dat een objectieve rapportage erg lastig is. Drie verschillende inspecteurs op hetzelfde dak en je krijgt drie verschillende adviezen. Terwijl de dakeigenaar niet voor niks om een professioneel dakadvies had gevraagd. Die heeft kennelijk een al dan niet dringend probleem waar mogelijk een flink prijskaartje aan hangt. Die zoekt naar zekerheden. Een professionele opdrachtgever kan prima omgaan met enige onzekerheid. Er zijn ook de talloze verenigingen van eigenaren die minder professioneel zijn en die zitten vaak vol met vragen. Zo’n vereniging spaart voor onderhoud, heeft meestal een onderhoudscontract en om de zoveel tijd moet er wat groots gebeuren op het dak. En het bestuur bestaat uit bewoners.
Zo was ik medio oktober op een regenachtige dinsdagmorgen op pad met twee adviseurs van DIAC. Zij hadden een inspectie in de agenda staan van een betrekkelijk klein appartementencomplex in Zeist waar bewoners op vrij hoge leeftijd zelf nog alles regelen. De VvE was aan het sparen voor groot dakonderhoud en wilde graag weten wanneer dat aan de orde zou zijn en wat dat moet gaan kosten. Aan de voorzitter was af te lezen dat hij vol zat met vragen en verlegen zat om aandacht. Voor de dertien woningen gaat het om een groot bedrag. Dat moet goed en op een juist moment (niet te vroeg, want dan is de spaarpot nog niet voldoende gevuld, niet te laat want dan komen lekkages) worden ingezet. Bij de voorzitter komen alle vragen van de bezorgde medebewoners samen, dus hij wil van de hoed en de rand weten. Dat was ook de reden voor de inspectieaanvraag: objectieve informatie boven water krijgen.
Of de uiteindelijke rapportage objectief is, kan ik niet beoordelen. Gezien het uitgebreide (detail)onderzoek, het feit dat de inspecteurs met zijn tweeën waren en gezamenlijk analyseren en rapporteren en de 70 jaar ervaring die de heren vertegenwoordigen, heb ik veel vertrouwen in de kwaliteit van het rapport. Of dat alle vragen van de VvE-voorzitter beantwoordt is een tweede. Een professional kun je met de juiste informatie en een goed rapport prima helpen. De kleine amateurverenigingen hebben veel meer begeleiding nodig. Niet iedereen heeft verstand van daken, de voorzitter moet medebewoners zelf weer informeren en verantwoording tegenover hen afleggen. Daardoor zijn juist deze kleine opdrachten veel arbeidsintensiever – en eerlijk gesproken: minder interessant. Het is aan de inspecteur of die daar de tijd voor heeft (en neemt). Dan zit je in Zeist na de inspectie dus aan de koffie met de voorzitter, die ook het nu op te stellen rapport te zijner tijd graag in persoon zou willen bespreken. Chapeau voor degenen die hier alle geduld voor kunnen opbrengen. En uiteraard ook erg benieuwd wat de conclusies zijn van het rapport. In elk geval zou ik snel het tijdelijk gestopte onderhoud weer starten. De herfst is nu echt begonnen.
Tjerk van Duinen