Zoeken

Roofs 2021-11-44 Op pad met de inspecteurs van DIAC

Special Onderhoud en renovatie

Een jaar geleden vertelden Dick van Dreven en Bob de Maker van DIAC Dakadvies in Roofs over hun ervaringen als inspecteurs van Nederlandse daken. Voor de huidige special Onderhoud en renovatie zijn we daadwerkelijk op pad gegaan met beide heren. Op het programma stond de inspectie van een dak in Zeist. De Vereniging van Eigenaren van een appartementen­gebouw (1974) wil weten hoe het dak eraan toe is en hoelang ze nog moeten sparen voor een eventuele dakreno­vatie. Het is herfst en het regent veelvuldig. Een mooi moment om een kijkje te nemen.

Vorig jaar vertelden Van Dreven en De Maker in het interview onder meer dat een inspectie staat voor zuiver technisch oordelen, onafhankelijk van wie een dak heeft aangelegd of gaat renoveren. En ook dat het expertise vraagt de kwaliteit van een dak eenduidig vast te leggen; dat de meest actuele onderdelen van de Vakrichtlijn niet bij iedereen bekend zijn of juist toegepast worden met soms alle gevolgen van dien.

Verschillende daken

Al deze constateringen zijn in feite van toepassing voor het dak aan de Boulevard in Zeist. De inspectieaanvraag komt van de Vereniging van Eigenaren van een appartementen­gebouw met slechts dertien woningen. Het betreft zes blokken met elk twee appartementen (140 m2) op twee lagen aan een brede verbindingsgang en een appartement in het voormalige onderkomen van de huismeester. Aan het gebouw zit ook nog een parkeergarage, een hoog ketelhuis annex trappenhuis en een hoofdentree. Zodoende heeft het kleine complex ruim tien verschillende daken op vier verschillende niveaus. Het gebouw is op leeftijd en het dak is twintig jaar geleden voor het laatst gerenoveerd. De vraag van de VvE: hoe zijn de verschillende daken er aan toe, welke problemen spelen er en hoelang gaat het in deze toestand nog mee?

Spaarpot

Van de bewoners kunnen we zeggen dat ze op leeftijd zijn. De oudste is 95 jaar en woont er al vanaf het begin. “Het zijn precies dit soort verenigingen van eigenaren die veel bege­leiding nodig hebben”, stelt Van Dreven. “In dit geval zijn het ook nog eens weinig bewoners met een relatief groot dak. Dat betekent een flinke investering. Ik begrijp dat ze een spaarpot voor dit dak hebben die in 2025 toereikend moet zijn voor een grote ingreep. Dan wil je als opdrachtgever goed geïnformeerd worden en niet met cowboys in zee gaan. Het lastige is dat je dit soort niet-professionele partijen niet altijd de aandacht kunt geven die ze misschien verwachten.”

Afvoeren

Aangekomen op het dak constateren inspecteur Van Dreven (35 jaar in het vak) en De Maker (elf jaar inspecteur, 35 jaar ervaring als dakdekker/uitvoerder/calculator) dat de veilig­heidsvoorzieningen op de brede daken bestaan uit een veiligheidslijn op de verbindingsgang en veiligheidsankers op de woningdaken; met een rode baan als looppad om een spanband aan te leggen. Alles blijkt breed genoeg voor een inspectie zonder harnas. De voorzitter van de VvE, de heer Geurts, had gemeld dat het laatste jaar onderhoud was overgeslagen in verband met eventuele renovatie. “Dan zie je hoe snel afvoeren kunnen verstoppen, terwijl de meeste bladeren en naalden nog van de boom moeten komen”, constateert De Maker. “Een aantal afvoeren zit al nagenoeg verstopt en zal in de volgende hoosbui al tot ­ophoping van water tot op dakrandniveau kunnen leiden.”

Groot!

Van Dreven is ook verbaasd over de omvang van het dak. “Je verwacht dat niet als je op Cyclomedia kijkt of bij de entree staat, maar het is groot!” Beide heren zijn het er snel over eens om op drie plaatsen insneden te maken: twee bovenwoningen en één op de verbindingsgang. Bij de eerste proef komen achtereenvolgens dikke lagen bitumen (“Is dit geen overlap?”) een 4 tot 5 centimeter dikke laag Pullmix-Perlite en een taaie plak dampremmer tevoorschijn en ten slotte een gasbetonplaat. De Pullmix-laag is nat. De Maker: “Na een zomer zou dat droog moeten zijn, dit klopt niet. Wellicht is de dakbedekking hier toevallig lek. Of het is een gat in de dampremmer, dan komt al dat vocht van binnen. We noteren dat dit dak vervolgonderzoek nodig heeft om dat te achterhalen.” Die conclusie wordt meteen bevestigd bij de tweede insnijding op een ander woningdak: dit heeft een redelijk droge isolatielaag. Beide insneden worden na inspectie door de vakkundige handen van De Maker weer afgesloten en overlaagd met een lap bitumen. Her en der zijn meer van dit soort (oudere) inspectieplekken aan te treffen op de vele daken. De VvE heeft kennelijk al meerdere offertes opgevraagd. De Maker heeft tijdens de proefneming wel even de toplagen van bitumen gevoelsmatig getest. “Om te kijken of er nog leven in zit, vouw ik het een paar keer dubbel. Komen er scheuren in, dan is het oud. Deze gaat nog wel een jaar of vijf jaar mee, met een beetje zachte winters nog langer.”

Afschot

Eén van de woningdaken vertoont een behoorlijke plas water. Dat is het voordeel als je in een regenperiode inspecties uitvoert. Van Dreven: “Dit dak is deels verzakt. Of de Pullmix is niet goed aangebracht of de onderconstructie is verzwakt. Ik vraag me ook af waarom op meerdere vleugels de uiteinden van de woningdaken vlak zijn en pas halverwege het afschot naar de gangzone begint. Bovendien zijn de opstanden aan de uiteinden hier en daar erg laag.” En zo zijn er meer momenten dat beide heren als in een aflevering van CSI de crime scene inspecteren en proberen te achterhalen met welke motieven gekozen is voor de aangetroffen dakoplossingen.

Trim

Zo valt het oog van Van Dreven op de daktrimmen. “De daktrim van de dakrand zit vast op de ondergrond en de afwerk­stroken zijn goed op de flens van de trim gebrand. Je ziet ter plekke van de stuiknaden dat de dakbedekking net even omhoog komt; dat wil zeggen dat die stuiknaad afgedekt is met strook glasvlies. Deze bewerking wordt heel vaak ‘vergeten’ omdat het tijd kost en het toch bijna niemand opvalt. Hier is dat dus wel goed gedaan. Alleen de aangroei van mos vraagt hier en daar om aandacht. Dat duidt op vocht in de aansluiting.”

Roest

Op de gangzone wordt nog een insnede gemaakt en daar wordt eenzelfde dakpakket aangetroffen met een kurkdroge laag Pullmix. De Maker ziet hier wel dat de loodslabben op de opstanden van de woningblokken niet helemaal zijn zoals het hoort. “De loodslabben zijn te lang en zijn met aluminium profielen op hun plaats gehangen, alleen zitten de ribbels die het lood op zijn plek moet houden aan de buitenkant. En het lijken wel spaanplaatschoeven waarmee de strips zijn vastgemaakt. Die roesten er op een gegeven moment van af.”

Na een kort bezoek aan het dak van het ketelhuis (dezelfde dakopbouw) is de inspectie klaar. Binnen krijgt voorzitter Geurts bij een kop koffie nog wat uitleg (aandacht). De Maker legt uit dat UV-straling belangrijk is bij het verouderen van dit soort dakbedekking. Maar ook dat een onweersbui op een zomerse dag (te) grote temperatuurschommelingen kan veroorzaken met scheurvorming tot gevolg, en dat een paar strenge winters ook niet bevorderlijk zijn voor de technische levensduur. De vereniging heeft naar verwachting nog wel een paar jaar de tijd om door te sparen voor de grote ingreep. Van Dreven en De Maker hebben voldoende foto­materiaal en aantekeningen om een DIAC dakrapportage op te stellen met de status van het dak, de problemen, aanwijzingen voor vervolgonderzoek en een goede inschatting van de resterende levensduur.

In het hele land zitten veel opdrachtgevers, groot en klein, verlegen om een goed dakadvies van de meest uiteen­lopende projecten. Van Dreven: “Er zijn te veel aanvragen om met ons DIAC team het soort verzoeken als in Zeist alle aandacht te geven die ze willen. Voor verdere groei van DIAC zouden we een goede uitbreiding kunnen gebruiken.” Ervaren dakdekkers die om welke reden dan ook niet meer actief (willen) zijn als dakdekker, maar wel geïnteresseerd zijn in een analyserend beroep op het dak, kunnen zich melden bij DIAC.