Roofs 2021-12-66 Unité d’Habitation, Marseille, brutalistisch dak van Le Corbusier
Internationale daken
Unité d’Habitation in Marseille is ontworpen door de Zwitsers-Franse architect Le Corbusier en vormt het startpunt van het brutalisme. Deze stroming is binnen de architectuur ontstaan vanuit het modernisme en die wordt gekenmerkt door vaak grote, blokachtige structuren van ruw onafgewerkt gewapend beton of metselwerk. Dat is waar Le Corbusier, samen met het fenomenale dak, bij uitstek bekend om staat.
Le Corbusier ontwierp een blauwdruk voor een wooneenheid, waarin de uitgangspunten voor de moderne architectuur verankerd lagen. Zijn Unité d’Habitation –letterlijk vertaald: wooneenheid – is een verticale stad voor zo’n 1.600 mensen. Eigenlijk is het een galerijflat op poten, met daarbij veel gemeenschappelijke voorzieningen. Zo is het voorzien van een winkel, een crèche, een bibliotheek, een sportgelegenheid, een restaurant en niet te vergeten, een daktuin. Niet alleen Le Corbusiers architectonische en planologische uitgangspunten zijn in het gebouw verankerd, ook zijn visie op wonen,samenleven en stadsontwikkeling komen erin terug. Vele archi-tecten (ook Nederlandse) laten zich graag inspireren door Le Corbusier. Het utopische stadswoonontwerp werd herhaald in nog vier gebouwen met deze naam en een zeer vergelijkbaar ontwerp: Unité d’Habitation of Nantes-Rezé (Frankrijk), in 1955, Unité d’Habitation of West-Berlijn (Duitsland) in 1957, Unité d’Habitation of Briey (Frankrijk) in 1963 en Unité d’Habitation of Firminy-Vert (Frankrijk) in 1965.
De modulor van Le Corbusier
De modulor is een op de mens gebaseerde schaal bedacht door Le Corbusier. De modulor was bedoeld om de maatvoering voor gebouwen te berekenen en zo goed mogelijk te laten aansluiten op de zogenaamde wensen van zijn bewoners. Zo werd de gemiddelde lengte van de mens genomen (in die tijd was dat 1,83m) en daar werd de gulden snede en de Fibonaccireeks op losgelaten. Le Corbusier paste de modulor voor het eerst toe op de bouw van Unité d’Habitation, waarbij een plafondhoogte van 2,27 meter uit de rekensom rolde. Grappig feit: tegenwoordig wordt de op de modulor gebaseerd plafondhoogte van 2,27 meter gezien als claustrofobisch laag.
Le Corbusier en de moderne architectuur
Le Corbusier – wat overigens een pseudoniem was gebaseerd op de achternaam van zijn grootmoeder, Lecorbésier, zijn echte naam was Charles-Édouard Jeanneret-Gris – begon zijn geld te verdienen als schilder, wat hij heel zijn leven bleef doen. Later in zijn leven werd hij actief als architect en al in 1927 stelde hij de vijf principes op voor de moderne architectuur. Deze vijf punten komen terug in veel werk van Le Corbusier, en ook in Unité d’Habitation. Het gaat hier om (1) les pilotis, de poten die het gebouw dragen, (2) te toit-jardin, het platte dak met daktuin, (3) le plan libre, de skeletbouw waardoor alle verdiepingen vrij in te delen zijn, (4) la façade, gevels zonder dragende functie, zodat lichte materialen gebruikt kunnen worden en (5) la fenêtre, het gebruik van panoramaramen.
Unité d’Habitation als startpunt van het brutalisme
Unité d’Habitation vormde, eigenlijk door een toevallige samenloop gecombineerd met een geniaal inzicht van Le Corbusier het startpunt van het brutalisme. Materiaalschaarste en geldgebrek deed bouwers kiezen voor beton in plaats van staal als basismateriaal. Door het gebrek aan gekwalificeerde bouwvakkers werd het cement vaak zo slecht gegoten dat er delen van het cement tussen de kieren van de houten mallen doorsijpelden. Hierdoor werden de nerven na het verwijderen van de houten bekisting duidelijk zichtbaar. Volgens velen een lelijk gevolg van slecht geleverd werk.
Le Corbusier dacht er lang over na hoe hij hiermee om moest gaan. Hij besloot uiteindelijk van een nood een deugd te maken, door het vanuit een kunstzinnig oogpunt te bekijken. In zijn speech bij de opening van l’Unité komt Le Corbusier uiteindelijk tot de conclusie: ‘Gelukkig hadden we geen geld!’ (om die onvolkomenheden glad te strijken). Want waren die fouten niet gewoon prachtig? Zeker als je ze in je voordeel gebruikt en ze combineert met een weldoordacht kleurpalet. Hij heeft hiermee de ‘fouten’ weggewerkt door een dialoog te creëren tussen de onafgewerkte ruwheid en de fijne details van het gebouw. Dat is uiteindelijk de basis geweest voor het brutalisme.
Het fenomenale dak
Het dak van l’Unité is een bouwwerk op zich. Het uitzicht over de stad is fraai, maar ook de sculpturale kokers en de gymzaal met zijn ronde dak bieden een mooi aanzicht. De gymzaal aan de andere kant van het dak is afgeleid van de vroegere brug van de kapitein (de belvédère). Vooral op het dak is goed te zien dat de architectuur van het gebouw sterk is geïnspireerd door middeleeuwse kloosters en oceaanstomers. Ook het lifthuis, met zijn wanden in authentiek ruw beton, zorgt voor een spel van lijnen en vormen wat aangenaam is om te zien.
Het dak is ideaal om ‘s avonds samen te komen om te genieten van de ondergaande zon, van het uitzicht, van een glas wijn en een kaasplankje – je bent er tenslotte in Frankrijk. Het dakterras wordt behalve door bewoners, hotelgasten en liefhebbers van Corbusier, ook bezocht door buurtbewoners. Vroeger konden de bewoners op het dak werken aan hun lichaam. Je kon er rondjes rennen, er was een gymzaal (daar is nu een atelier), een kinderdagverblijf met een rolbaan er naartoe en een zwembad. Verder waren er ruimtes voor sociale activiteiten en een gezondheidscentrum.
Een ander mooi onderdeel van l’Unité is het trappenhuis aan de westzijde van het gebouw. De afdrukken van de bekisting laten ook hier niets aan de verbeelding over: je weet onmiddellijk dat dit trappenhuis in cement gegoten is met behulp van smalle plankjes om de rondingen te maken. Iets wat aanvankelijk dus als ‘lelijk’ en eigenlijk als een probleem werd gezien, totdat de schoonheid ervan werd ingezien en het een signatuur werd van een nieuwe architectuurstroming. Ook de gewone trappen tussen de pilaren zijn handtekeningen van het brutalisme. Iedereen die het niet mooi vindt? Die kan wat ons betreft het dak op. ?
Bouwkenmerken l’Unité d’Habitation
- Gebouwd: 1947-1952
- Architect: Le Corbusier
- Afmetingen: 137 meter lang, 24 meter breed en 56 meter hoog
- Inhoud: 18 verdiepingen, 337 appartementen voor 1.600 bewoners
- Bouwstijl: Brutalisme/Modernisme