Zoeken

Roofs 2022-01-24 "Bij vitaliteitsmanagement moet je aan alle touwtjes trekken"

Aan tafel met… Peter van Houtum

In deze rubriek laat Roofs markante personen van binnen en buiten de dakenbranche aan het woord. De insteek is om de visie en de persoon achter die visie voor het voetlicht te brengen.

Nolanda Klunder

Sinds de herfst van 2017 schrijft Peter van Houtum elke maand in Roofs over vitaliteit. In dit nummer staat column nummer 52 van zijn hand. Dat maakt nieuwsgierig naar de man achter de columns: wie is Peter van Houtum?

Begonnen op het dak

Peter van Houtum is in het dagelijks leven een van de vier directeuren van dakdekkers- en loodgietersbedrijf Gebr. Janssen BV te Beugen. Dat bedrijf bestaat sinds 1886 en heeft sinds 2011 het predictaat Hofleverancier. “Daar zijn we trots op, het is voor een bedrijf net zoiets als een lintje voor een persoon”, zegt Van Houtum. Hij werkt sinds 1984 bij het bedrijf. “Direct na de havo ging ik bij de Gebr. Janssen aan de slag. Mijn vader werkte daar”, vertelt hij. “Ik begon op het dak. Ik werkte op platte daken met bitumen (kunststof bestond nog niet) en op hellende daken met dakpannen en leisteen. Ik vond het werk keileuk. Natuurlijk sta je buiten in weer en wind. Het is niet altijd zonnig met een temperatuur van 18 graden. Maar je bent bezig met je handen, je bent steeds op een andere plek, elke dag is anders en je bent altijd met collega’s, dat alles maakte dat ik het graag deed.” Zijn ambities reikten echter verder. “Ik ben jarenlang in de avonduren gaan bijleren. Ik deed opleidingen op het gebied van boekhouding, financiën en controlling. Toen ik in 1984 begon, werkten er vijftien à twintig mensen hier, nu zijn dat er ongeveer 175. Het bedrijf groeide en ik ging mee in de groei. Na de boekhoudkundige opleidingen ging ik verder met opleidingen voor vitaliteitsmanagement en maatschappelijk verantwoord ondernemen, want het bedrijf ontwikkelde zich en de tijden veranderden.”

Van Houtum is financieel directeur en heeft ook P&O in zijn portefeuille. “Ik ben van werknemer directielid geworden. Dat ik ook op het dak heb gestaan, is een ervaring waar ik nu nog profijt van heb. Ik weet hoe de praktijk is, ik weet wat de werknemers meemaken. Hun leefwereld (of beter: ‘werkwereld’) is ook de mijne geweest. Ik heb mijn werk op het dak en nu op kantoor altijd heel leuk gevonden. Ik werk hier nu bijna 38 jaar, dat zegt wel wat. Ik ga nog steeds elke dag met plezier naar mijn werk. Daarin ben ik niet de enige: bij dit bedrijf gaan maar weinig mensen weg. De meesten blijven, net als ik.”

Drive om te delen

“Voor mijn opleiding tot controller, vijftien à twintig jaar geleden, moest ik artikelen schrijven”, vertelt Van Houtum. “Mijn eerste artikel ging over veiligheid, het heette: ‘VCA, een lust of een last?’ Ik benaderde Roofs of het daarin gepubliceerd kon worden. Dat gebeurde. Ik bleef geïnteresseerd in veiligheid: de regels, de normen, de praktijk. Vooral de vraag waarom mensen zich niet aan veiligheidsvoorschriften houden, hield me bezig. Mede daarom volgde ik een opleiding over vitaliteit. Op basis van mijn ervaringen schreef ik in 2012 het boek Veilig werken op daken: Ben met je VAK bezig, waarbij VAK staat voor Veiligheid, Afspraken nakomen en Kwaliteit. Ik schrijf graag. Ik ben financieel opgeleid, maar heb daarnaast de drive om kennis over vitaliteit te delen. Ik laat in mijn columns zien: zo doen we het bij ons. Misschien kunnen we een ander inspireren.”

Meer dan appels

“Bij vitaliteit draait het om de vraag: hoe zorg je ervoor dat je vitaal en fit blijft? Hoe krijg je bevlogen mensen? Want bevlogen mensen zijn gezonder en gelukkiger in hun werk en gaan door het vuur. Hoe meer van zulke mensen in een team, hoe prettiger iedereen werkt. Zo krijg je een leuk bedrijf. De vraag is dus: aan welke touwtjes moet je trekken om dat te bereiken? Men denkt te snel dat vitaliteit een kwestie is van appels in de kantine. Nee, het onderwerp is veel complexer. Er zijn veel touwtjes: dikke en dunne touwtjes, lange en korte touwtjes, sommige touwtjes trekken aan andere touwtjes, en álle touwtjes doen mee. In mijn stukjes zeg ik altijd: veel kleine stapjes maken samen één grote stap.”

In bijna veertig jaar in de branche heeft Van Houtum veel zien veranderen. Er is meer aandacht gekomen voor veilig werken. “Vroeger waren er weinig veiligheidsvoorzieningen, veiligheid ging veel meer met improvisatie. Vroeger werd je voor gek versleten als je oorkappen droeg, nu werkt men niet meer zonder. Vroeger waren er wel leuningen, maar plaatste men ze vaak niet. Nu gaat men niet aan het werk zonder leuningen. Nieuwe gewoontes zijn erin gesleten. In elk opzicht is er meer aandacht voor preventie. Vroeger ging men naar de bedrijfsarts als men ziek was, nu gaat het erom om te voorkómen dat werknemers ziek worden. Daarvoor hebben wij bijvoorbeeld een lifestylecoach.”

Van Houtum schrijft in zijn columns over uiteenlopende aspecten van vitaliteit: lunchwandelen, stoppen met roken, goed schoeisel, budgetcoaching, griepprik, vertrouwenspersonen, fysiotherapie, inrichting van de kantoorwerkplekken, medezeggenschapsraad… Is inmiddels bijna alles aan de orde gekomen? “Nee”, zegt Van Houtum stellig. “Ik heb voor mezelf een lijst gemaakt van welke onderwerpen nog aan bod moeten komen. Ik heb nu vijftig stukjes geschreven en er komen er nog vijfentwintig bij. Ik heb nog stof voor heel 2022 en 2023. Als je alle stukjes dan leest, dan heb je alle touwtjes die samen tot vitaliteit leiden. Je kunt niet zeggen dat het ene belangrijker is dan het andere. Bijvoorbeeld koffie. Dan kan je zeggen: hoe belangrijk is koffie nou helemaal? Dan zie je het verkeerd. Medewerkers beginnen hun dag in de kantine. Hebben ze daar een lekker kopje koffie, dan begint de dag goed. Bij de koffieautomaat maken ze een praatje, ze praten over hun privéleven en over het werk. Die sociale contacten geven synergie. Is de koffie slootwater, dan verdwijnen die contacten en daarmee verdwijnt iets belangrijks. Dus hoe belangrijk is koffie?”

“Ik zie het zo: alles wat je aandacht geeft, groeit”, besluit Van Houtum. “Dat geldt ook voor vitaliteit. Vitaliteit is een zeer wezenlijk onderwerp, waar Roofs terecht aandacht aan besteedt.”