Roofs 2022-02-12 Duurzame en klimaatadaptieve daken in Den Haag
Aanpakken vanuit de haarvaten van de samenleving
Gemeenten, en vooral de grote(re) steden, staan voor een grote opgave als het gaat om de verduurzaming en het klimaatadaptief maken van de leefomgeving. Daken kunnen daarin een aanzienlijke rol spelen. Ook Den Haag heeft de mogelijkheden van daken omarmd. Dat wordt niet alleen ondersteund met de gebruikelijke subsidies. In een gesprek met Liesbeth van Tongeren (GroenLinks), wethouder Duurzaamheid, Milieu, Energietransitie, wordt duidelijk wat de Haagse aanpak is. “Je moet eerst een slag maken om het in de haarvaten te laten landen. Dan is de uitvoering ook een stuk makkelijker.”
2021 was voor Den Haag Jaar van het Dak. De Hofstad nam dit initiatief over van Leiden waar daken in 2020 extra onder de aandacht stonden. “Jaar van het Dak is zo’n initiatief waarmee we veel aandacht hebben kunnen genereren”, vertelt Liesbeth van Tongeren. ”Hiermee kwamen vooral allerlei kleine daken met groen en zonnepanelen in beeld. Ons idee is dat beelden besmettelijk zijn. Als je bij de buren ziet dat ze panelen op het dak hebben, heeft dat veel meer impact dan bijvoorbeeld de terugverdientijd. Dat laatste is maar voor een hele kleine groep doorslaggevend. Groene daken werken net zo. Als iemand in de buurt een prachtig groen dak heeft en daar elke dag van geniet, wil je zelf ook wel zo’n buitenruimte. Je moet de mensen op ideeën brengen. Niet iedereen beseft dat je daarboven kunt zonnebaden, feesten, tuinieren, energie opwekken, mediteren, vogels voeren en groente verbouwen.”
Subsidie
Verreweg de grootste opgave ligt in de bestaande daken. Van Tongeren: “Dan heb je het over 95% van alle daken en op het grootste gedeelte hiervan gebeurt helemaal niets. Wij zien dat als een enorme kans om de stad te verduurzamen, naast de initiatieven die we ook in de openbare buitenruimte ontplooien. Zonnepanelen worden door het Rijk gesubsidieerd, wij hebben een subsidie voor groene daken. Daar mag iedereen gebruik van maken, ook bedrijven en woningcorporaties. En dat loopt van grote daken van loodsen tot aan schuurtjes of bergingen. Toen ik binnenkwam als wethouder was de kritiek dat het beschikbare potje van 200 duizend euro niet opging, afgelopen jaar was het helemaal leeg, ook tot verbazing van de raad. We hebben nu meer vraag dan aanbod en overwegen daarom een verhoging van het budget.”
Dakcoach
De gemeente Den Haag ondersteunt de aanpak van particuliere daken ook met dakcoaches. “Dat hebben we niet zelf bedacht, Leiden had die ook al”, bekent Van Tongeren. “Maar het functioneert erg goed. Een dakcoach is een vrijwilliger die met technisch advies buurtgenoten op weg helpt die vragen hebben over groene daken, witte daken, zonnepanelen en isolatie. Ze kunnen ook de bewoner in contact brengen met goede uitvoerders. Op dit moment hebben we er tien, allen opgeleid door Rooftop Revolution. En we zijn een traject begonnen voor het opleiden van nog eens tien dakcoaches zodat we een organische club krijgen van 15 tot 25 mensen. De dakcoach is een aanvulling op de al bestaande energiecoach die vooral zonnepanelen en isolatiemaatregelen in het pakket heeft. Op deze manier proberen we vanuit de haarvaten van de maatschappij de verduurzaming handen en voeten te geven. Hoe het loopt weten we alleen niet precies. Je weet achteraf pas hoe succesvol het is. Het is net als met zonnepanelen: je krijgt dat pas te horen als de netbeheerder met zijn meetgegevens komt.”
Dit soort initiatieven en maatregelen maken deel uit van een veelomvattend beleid waarmee Den Haag werkt aan een klimaatbestendige leefomgeving. Van Tongeren: “De basis is een kadernota waarin is omschreven hoe we de gevolgen van het veranderend klimaat tegemoet willen treden. Dan gaat het over natuurinclusief bouwen, klimaatadaptief bouwen, circulair bouwen, het betonakkoord en ook hoeveel vierkante meter groen we per bewoner in de stad willen. Planuitwerkingskaders – PUK’s – voor individuele projecten worden aan dat beleidskader getoetst en zo wordt beleid vertaald en gedetailleerd naar de bouw toe.”
Puntensysteem natuurinclusief bouwen
Een mooi voorbeeld is het puntensysteem voor natuurinclusief bouwen, dat is ontwikkeld door Arcadis en in 2019 door toenmalig wethouder Boudewijn Revis (stadsontwikkeling, wonen en Scheveningen) werd geïntroduceerd. Het is een manier om een lastig te vatten begrip als groen- en natuurinclusief bouwen voor opdrachtgever, architect en ontwikkelaar hanteerbaar te maken. De puntenvaststelling komt in twee stappen tot stand.
1. De ligging in de stad (woonwijk, bedrijventerrein, historisch centrum, hoogstedelijk gebied) bepaalt de specifieke lijst met maatregelen.
2. De omvang van het project bepaalt het te behalen aantal punten (=ambitieniveau).
Omvang project | Footprint | Hoogte |
Kleinschalig project | <500 m2 | en <15 m |
Middelgroot project | <2000 m2 | en/of 15 - 30 m |
Grootschalig project | >2000 m2 | en/of >30m |
Een ontwikkelaar of architect moet voor zijn ontwerp een keuze maken uit een lijst met maatregelen die 1, 2 of 3 punten waard zijn. Zo levert de aanleg van een biodivers dak 3 punten op, een sedumdak 2 punten en een insectensteen 1 punt. Vooraf is vastgelegd hoeveel punten in totaal bij een bouwproject behaald moeten worden. Daarbij is een driedeling van toepassing, waarbij punten voor nestgelegenheid (1), groene muren en daken (2) en omgevingsmaatregelen (3) worden onderscheiden.
Kleinschalig project | Middelgroot project | Grootschalig project | |
Gevel/dak gebouw | 2 punten | 4 punten | 6 punten |
Verblijven in gebouw | 1 punt | 3 punten | 4 punten |
Omgeving gebouw | 2 punten | 4 punten | 6 punten |
Het puntensysteem is bij twee grootschalige projecten opgenomen in de planontwikkeling. Zo is het onderdeel van de tenderovereenkomst van de herontwikkeling van bedrijvengebied de Binckhorst.
Binck Eiland
“Op de Binckhorst zijn veel ontwikkelaars bezig en dat biedt veel kansen voor mooie daken”, vervolgt Van Tongeren. “Binck Eiland (in januari beschreven in Roofs; red) is bijvoorbeeld een fantastisch project waarin groen de onderlegger vormt van de bebouwing. Die bestaat uit groene buitenruimte en een grote daktuin van 6.500 m2. Om te zorgen dat het groene dak over een aantal jaren niet vervangen is voor bitumen of versnipperd is door ruilverkaveling, is afgesproken dat alle vier de VvE’s moeten instemmen met een eventuele verandering in de bestemming. Dat hebben de projectontwikkelaars goed gedaan, binnen de wettelijke mogelijkheden.” Vervolgens is deze daktuin ook ‘dak van de maand’ geworden, een actie in het Haagse jaar van het dak die voor de rest van de stad inspirerend kan werken.
Pragmatisch
Ondertussen is Den Haag op veel fronten bezig met het verduurzamen en klimaatadaptief maken van de stad. Van Tongeren pakt dit pragmatisch aan. “Ik ben een hele simpele, praktische wethouder. In het begin ben ik gaan kijken wie wat wil doen en hoe kan ik dat ondersteunen. Er is bijvoorbeeld een Chief Data Officer die informatie en dronebeelden verzamelt, de dakcoaches doen goed werk, we doen gezamenlijke inkoopacties voor energie, er is ondersteuning voor bedrijventerreinen in de vorm van de website solarcitydenhaag.nl. We benaderen de verschillende doelgroepen met verschillende, relevante argumenten. De gebouwbeheerder van World Forum is geïnteresseerd in kostenbesparing op onderhoud en verwarming en met een groen dak nemen we meteen de wateroverlast op straat mee. Huiseigenaren willen ook geld besparen, vinden het mooi om de meter terug te zien draaien maar zien met hulp van een dakcoach ook de voordelen van een groene tuin op het dak. En wij leren ondertussen wat het beste werkt. Je moet zoiets je echt eigen maken en het kost tijd om het in de haarvaten van de samenleving te laten landen. Als dat lukt is de uitvoering ook een stuk gemakkelijker. Volgens mij zijn we op de goede weg. ”
Samenwerking
Of er intensieve samenwerking is met andere (grote) gemeentes kan Van Tongeren niet bevestigen. “Samenwerken is iets anders dan ideeën uitwisselen. In de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht; red.) zitten op duurzaamheid allemaal Groenlinkswethouders, die ken ik goed. Via een app-groep hebben we geregeld contact en ook ambtelijk is er veel samenspraak. Maar wat we op het gebied van daken doen is vooral lokaal en proberen we zoveel mogelijk als een organisch proces te laten verlopen dat we op allerlei manieren ondersteunen. We werken voor een stad die leefbaarder, groener, energiezuiniger wordt en dat wil je doen op een manier die eerlijk is. Daar maak ik mij sterk voor. Overigens zoeken we voor Jaar van het Dak nog naar een gemeente die de fakkel wil overnemen. Bij deze kunnen collega’s zich bij ons melden.” duurzamestad.denhaag.nl/woning/jaarvanhetdak. ?
Green Key is hét duurzaamheidskeurmerk voor de toeristische en recreatieve branche in Nederland en veruit de meeste strandtenten met een certificering zitten langs de kust van Den Haag en Scheveningen. Kwaliteitstoerisme is daar gevoelig voor. Het is nu de bedoeling dat er flexibele zonnepanelen op de strandtentdaken komen om nog meer bedrijven aan een certificaat te helpen. Iedereen weet straks dat er een groene, duurzame stad aan zee ligt.