Zoeken

Roofs 2022-02-30 Bitumen: "Zestig jaar betrouwbaarheid"

Special Bitumen dakbedekking

Dit jaar is het zestig jaar geleden dat de eerste Nederlandse branchevereniging voor de bitumenbranche werd opgericht. Peter Ligthart van ProBitumen vertelt welke thema’s er anno 2022 in de branche spelen, van  grondstofprijzen tot innovaties. “De betrouwbaarheid van bitumen is niet zomaar een mooi verhaal, het is een zekerheid op basis van zestig jaar ervaring.”

Nolanda Klunder

“De grote thema’s die nu spelen in de bitumenbranche zijn circulariteit, de discussie over brandveiligheid bij PV-panelen en de prijzen van grondstoffen”, vertelt Peter Ligthart, directeur van branchevereniging ProBitumen. Elders in deze special komen circulariteit en brandveiligheid aan de orde. Wat betekent de stijging van grondstofprijzen voor de bitumenbranche? “De gestegen grondstofprijzen spelen uiteraard niet alleen bij ons, het is een breed ervaren probleem. Er is hier sprake van een perfect storm, veroorzaakt doordat de productie werd teruggeschroefd – onder meer als gevolg van corona – terwijl de vraag juist bleek te stijgen, in combinatie met hogere transportkosten. Alle economieën trekken nu aan de beschikbare grondstoffen.”

Ervaring met prijsfluctuaties

“Hoe de leden van ProBitumen met de stijgende grondstofprijzen omgaan, verschilt onderling”, zegt Ligthart. “Onze branche heeft altijd te maken met prijsfluctuaties. Bitumen is immers een restproduct van de olieproductie. 90% van het beschikbare bitumen gaat daarbij naar wegenbouw. Is de olieprijs hoog, dan halen olieproducenten zo veel mogelijk bruikbare olie uit hun ruwe olie en is er relatief weinig restproduct. Daardoor stijgt dan de bitumenprijs. Maar als de olieprijs hoog is, wordt olie winnen in moeilijk bereikbare olievelden rendabel, met uiteindelijk een stijging van het aanbod tot gevolg. Er zijn daarbij grote verschillen in samenstelling van olie tussen olievelden: sommige ruwe olie leidt tot veel restproduct, andere juist minder. Onze branche is in dat opzicht gewend aan fluctuaties in aanbod en prijs.”

Bitumen revival

In hoeverre is de opkomst van kunststof dakbedekkingen ook een thema voor de bitumenbranche? “Kunststof vormt geen bedreiging voor bitumen. Er is eerder sprake van een bitumen revival. Architecten en projectontwikkelaars zeggen vaak: het maakt me niet uit wat er op het dak komt, als het maar doet wat het moet doen en dat is het dak waterdicht maken. Daarvoor is bitumen perfect. De bitumenbranche kan bogen op zestig jaar ervaring, als we rekenen vanaf 1962 toen de eerste Nederlandse branchevereniging Venedak werd opgericht. Dat is zestig jaar ervaring en kennis. We wéten dat bitumen betrouwbaar is. Onze betrouwbaarheid is niet zomaar een mooi verhaal, het is een zekerheid op basis van zestig jaar heritage.”

“EPDM heeft de afgelopen twintig jaar aan populariteit gewonnen, vooral door de claim van lange levensduur”, zegt Ligthart. “Vroeger ging men voor bitumen uit van een levensduur van twintig jaar, door de modificaties werd dat later dertig jaar, maar uit recent onderzoek van de praktijk weten we dat bitumen wel 35 tot 40 jaar meegaat. Bitumen kan bovendien twee keer overlaagd worden. Daarmee kom je op een levensduur van honderd jaar.”

EPDM is populair voor multifunctionele daken, maar daar­voor is bitumen ook heel geschikt, benadrukt Ligthart. “Als je het over gebruiksdaken hebt, geldt nog altijd dat het gebruik secundair is aan de waterdichtheid. Dat EPDM wordt toegepast voor multifunctionele daken, is verklaarbaar: EPDM wordt ook gebruikt voor vijvers. Maar EPDM wordt eenlaags gelegd. Dat is een serieus risico, want een beschadiging leidt dan meteen tot lekkage. Bitumen wordt vrijwel altijd tweelaags gelegd, en sowieso altijd bij daken die intensief begaanbaar moeten zijn vanwege aanwezige apparatuur zoals koelinstallaties en waterpompen. Bij groendaken wordt bitumen gecompartimenteerd aangelegd om de risico’s te beperken. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt overigens dat EPDM en PVC een veel grotere impact hebben op de kwaliteit van water dat van een dak afkomt dan bitumineuze dakbedekking.” Zie daarvoor Ligtharts artikel over uitloging elders in deze special.

Innovaties

Een ander thema is uiteraard innovatie. Ligthart: “De vijf leden van ProBitumen – Derbigum, BMI Icopal, IKO, Soprema en Wédéflex – zijn wereldspelers met eigen laboratoria. Die laboratoria hebben ze om hun producten te testen, omdat de beoordelingsrichtlijn frequent testen vereist, maar ook om te innoveren. Hierbij kan je denken aan innovaties op het gebied van productiemethoden of recycling. Waar ze nu concreet mee bezig zijn, vertellen ze natuurlijk nog niet. Maar als we kijken naar recente innovaties, dan springt de zelfklevende laag er bijvoorbeeld uit.” Deze werd ontwikkeld naar aanleiding van de NEN 6050, die voorschrijft in welke situaties werken met open vuur wel of niet is toegestaan. “De NEN 6050 werd twaalf jaar geleden ingevoerd en wordt over het algemeen goed toegepast. In verschillende situaties is sindsdien het alternatief van zelfklevende lagen dus nodig. Niet elke dakdekker is daar overigens blij mee: het beroep van dakdekker is in de ogen van velen juist zo stoer vanwege het branden. Je hoort dakdekkers wel eens zeggen: als ik niet met de brander het dak op mag, ga ik het dak helemaal niet meer op.”

Een andere ontwikkeling is dat in de loop van de tijd de dikte van een dakbaan kleiner is geworden, onder meer vanuit milieu-oogpunt. Een dunnere laag betekent dat er minder grondstoffen nodig zijn. “Dat is mogelijk geworden door de verbeterde productiemethoden. Er zijn strenge normen voor hoe dik de laag moet zijn. Er is altijd enige variatie in dikte. Als die variatie groot is, moet men zich richten op relatief dikke dakbanen, om er zeker van te zijn dat ook de dunste plekken aan de normen voldoen. Naarmate je de dikte beter kunt monitoren in de productie­fase, kun je de rollen dus dunner houden zonder aan kwa­liteit en betrouwbaarheid in te boeten.”