Roofs 2022-02-74 Elbphilharmonie, Hamburg Golvend dak aan de haven
internationale daken
De concertzaal van de Elbphilharmonie is een architectonisch en cultureel hoogstandje dat tot ver buiten de stadsgrenzen van Hamburg zichtbaar is. Als je het gebouw ziet, lijkt het of een hypermodern, kunstzinnig bouwwerk bovenop een oud rechttoe rechtaan pakhuis is gezet. En dat is precies wat er is gebeurd.
Het spectaculaire ontwerp voor de ‘Hamburg Philharmonie’ is van de hand van de wereldvermaarde Zwitserse architecten Jacques Herzog en Pierre de Meuron. Met de golvende contouren bovenop het pakhuis aan de kade voegden ze met de Elbphilharmonie een onmiskenbaar silhouet toe aan de skyline van Hamburg. Vergelijkbaar met de Erasmus in Rotterdam is het gebouw een symbool geworden voor de stad. Het complex, dat in januari vijf jaar in gebruik is, biedt onderdak aan een grote concertzaal, een zaal voor kamermuziek, restaurants, bars, een panoramaterras met uitzicht op Hamburg en de haven, appartementen, een hotel en parkeerfaciliteiten.
Filharmonische ruimte
Het hart van de Elbphilharmonie is een concertzaal met 2.100 zitplaatsen. Het saillante aan de architectuur van het zaalinterieur is dat de muziekluisteraars en muzikanten dusdanig op de voorgrond treden, dat wanneer de zaal vol zit, de mensen onderdeel worden van die architectuur. Zij vormen met hun aanwezigheid als het ware de lijnen van het interieur. De philharmonische – letterlijk: ‘de toonkunst beminnende’ – ruimte heeft met haar architectuur een vrij radicale verandering ondergaan door de bijzondere nadruk op de nabijheid tussen performers en publiek. Hierbij kunnen de toeschouwers de uitvoerenden bijna aanraken, vergelijkbaar met sommige voetbalstadions. Verder werd de akoestiek van de zaal berekend door de Japanse specialist Yasuhisa Toyota, die betrokken was bij onder meer de Walt Disney Concert Hall in Los Angeles, de recente renovaties van het Sydney Opera House en de concertzaal van het Mariinskitheater in Sint-Petersburg.
Een oud pakhuis
De locatie in het opnieuw ontwikkelde havengebied van Hamburg is rijk aan geschiedenis. In 1875 was hier het toen grootste pakhuis van de stad gevestigd, compleet met neogotische klokkentoren. Nadat dit gebouw tijdens de Tweede Wereldoorlog was verwoest, werd op dezelfde plaats een nieuw pakhuis, “Kaispeicher A”, gebouwd. Het eenvoudige bakstenen gebouw werd gebruikt voor de opslag van tabak, cacao en thee. Toen steeds meer containers werden gebruikt voor het vervoer van goederen over zee, raakte het pakhuis buiten gebruik. Als gevolg daarvan stond het pakhuis vanaf de jaren ‘90 van de vorige eeuw grotendeels leeg. Na een reeks voorstellen voor herontwikkeling werd het charmante bakstenen gebouw uiteindelijk ingeschakeld om te dienen als massief podium voor de concertzaal van de Elbphilharmonie.
Extra fundering
De eerste stap bestond uit het strippen van het bestaande pakhuis tot op de historische bakstenen gevel. Om het totale gewicht van de Elbphilharmonie, bijna 200.000 ton, te kunnen dragen, moesten de funderingen van het pakhuis worden versterkt door 650 extra palen van gewapend beton toe te voegen aan de meer dan 1.000 bestaande palen. Op de verdiepingen van het pakhuis bevinden zich nu parkeerplaatsen en verschillende restaurants, alsook repetitie- en opslagruimtes voor de concertzaal. Tussen het gerestaureerde pakhuis en het nieuwbouwgedeelte is ruimte gelaten voor het circa 3.100 m² grote ‘plaza’, dat een prachtig 360°-panorama biedt over de omgeving. Dit publieke uitkijkplatform is toegankelijk via een bijzondere, 82 meter lange roltrap, die van het oostelijke ingangsportaal door het hele gebouw naar de westelijke voorkant leidt, waar hij een hoogte van 37 meter bereikt. De reis door de witte, verlichte tunnel is op zichzelf al een opmerkelijke ervaring.
Sprankelend lichtspel
De meer dan 70 meter hoge glazen constructie aan de voorzijde van de Elbphilharmonie doet denken aan een reusachtig, glinsterend, blauw kristal. Met 1.100 ramen beslaat de glazen gevel een totale oppervlakte van ongeveer 20.500 m². De unieke, deels gebogen ramen zijn voorzien van speciale reflectoren die zorgen voor een steeds veranderende choreografie van spiegelend zonlicht, hemeltinten en havenlichten. De reflecterende functie voorkomt ook dat de invallende zonnestralen het gebouw opwarmen. Sommige ramen tussen de 12e en 17e verdieping zijn voorzien van grote uitsparingen in de vorm van gigantische stemvorken. Op andere plekken op de façade zijn er ramen omgebogen, alsof ze geïmplodeerd zijn, om zo ruimte te bieden voor balkons.
Acht holle vlakken
De kolomvrije grote zaal van de Elbphilharmonie heeft structureel de vorm van een ingewikkeld stalen geraamte met stalen knooppunten. Deze constructie bestaat uit een stervormige opstelling van 11 stalen vakwerkelementen met een breedte tot 25 meter en een gewicht tot 40 ton en wordt aan het oog onttrokken door de gebogen lijnen en spitse punten van het dak. Het dakoppervlak van 6.200 m² bestaat uit acht holle vlakken die rusten op ongeveer 1.000 individueel gebogen stalen balken. Deze zorgen voor de golvende geometrie en verlenen het daksilhouet zijn vloeiende elegantie. Het laagste punt in het daklandschap ligt 74 meter boven maaiveld, het hoogste punt ongeveer op 110 meter. De stalen balken worden overspannen door trapeziumvormige stalen platen, die onder een hoek van maximaal 55° zijn aangebracht.
Polymeermembraan
De golven en uiteinden van het dak en de bedekking met witte pailletten die als laatste stap werd aangebracht, waren vanzelfsprekend een uitdaging voor de dakdekkers. Een uitdaging die met succes werd aangepakt met behulp van de systeemoplossingen van Sika Germany. De trapeziumvormige stalen platen werden bedekt met Sarnavap® 5000 E zelfklevende dampschermen. Deze werden op hun beurt bedekt met een dubbellaagse mineraalvezelisolatie met een totale dikte van 190 millimeter. Vanwege de extreem steile dakhoeken op sommige plaatsen koos het ontwerpteam voor de 2 millimeter dik Sarnafil® TS 77-20 E meerlaags polymeermembraan, op basis van polyolefine. Dit membraan is bijzonder geschikt voor mechanisch bevestigde daken met een helling van meer dan 20°, en dat was wel nodig.
5.800 pailletten
De dakconstructie diende als basis voor de dragers voor de 5.800 wit gecoate, ronde, geperforeerde aluminium platen, de pailletten. Deze hebben een diameter tot 110 centimeter en dienen eigenlijk nergens anders voor dan voor het oog. Bij het aanbrengen van het dakmembraan moest dus rekening gehouden worden met enkele duizenden perforaties. De aansluitingen werden gevormd met gootstukken van gegalvaniseerd staal. De bovenvlakken van deze eenheden zijn gelamineerd met Sarnafil® TG 66-18 FPO membranen, waardoor een homogene verlijming met het TS 77-20 E dakmembraan mogelijk was.
Waterdicht
Aangezien het onderliggende dakmembraan na het bevestigen en afdichten van de pailletten niet meer toegankelijk was, was het van essentieel belang dat de geïnstalleerde materialen absolute waterdichtheid en duurzaamheid zouden garanderen. Daarom is er op voorhand uitgebreid getest in de vorm van onder andere een lektest, een brandtest voor de inwerking van vuurwerk, een vacuümboxtest en een handmatige certificering van de windzuigdichtheid voor 600 kg/m².
Belastingbetaler
De financiering van de bouw zorgde jarenlang voor politieke en publieke commotie. Dat kwam niet in de laatste plaats doordat de belastingbetaler voor een groot deel verantwoordelijk was voor de financiering. Waar die bijdrage in 2000, bij het maken van de eerste plannen, werd geraamd op 77 miljoen euro, bedroeg dit bij de start van de bouw in 2007 al 114 miljoen – op een totaal kostenplaatje van 241 miljoen. Toen dacht men ook dat het gebouw in 2010 gereed zou zijn. Uiteindelijk werd het gebouw eind 2016 vervolledigd en in januari 2017 geopend. De totale kosten: 789 miljoen euro, waarvan 575 miljoen te betalen uit de schatkist. Maar wat wel vaker geldt voor gebouwen waarvan het budget volledig uit de klauwen is gelopen: het resultaat mag er zijn.