Zoeken

Roofs 2023-03-12 Missie: multifunctioneel ingerichte daken vanzelfsprekend maken

Sinds juli 2021 is Tanja Klip-Martin voorzitter van het Nationaal Dakenplan (NDP). Als lid van de Eerste Kamer voor de VVD heeft zij onder meer ruimtelijke ordening, milieu en waterbeheer in haar portefeuille en ook in haar vorige betrekkingen en vele nevenfuncties zijn deze onderwerpen alom aanwezig. Genoeg kennis, ervaring en netwerk om het NDP te helpen met de grote ambities van deze organisatie: multifunctionele daken vanzelfsprekend maken. Wie is Tanja Klip, die als VVD’er een groen image meedraagt, en wat hoopt zij te bereiken als NDP-voorzitter? Een gesprek.

Tekst: Tjerk van Duinen

Waarin ligt de oorsprong van uw groene denken?

Dat is voor mij al heel lang een vanzelfsprekendheid. Los van wat ik al langer vond, werd ik in 2005 gedeputeerde voor de provincie Drenthe. Een van de eerste dossiers die ik op mijn bord kreeg was een nieuwe verbrandingsoven van Attero in Wijster. Attero had toen nog geen enkel plan wat te doen met de warmte die bij de verbranding vrij kwam, wat voor mij onbegrijpelijk was. Wij hebben die vergunning toen geweigerd. Dat is door Attero aangevochten en uiteindelijk kreeg het bedrijf gelijk van de Raad van State, maar ze hebben die oven toen niet gebouwd. Wij zijn in gesprek gebleven, en niet dat het hierdoor kwam (Attero verzamelt al sinds 1989 biogas; red.), maar Attero heeft zich ontwikkeld tot een heel duurzaam opererend bedrijf. En ik als bestuurder heb mij ook al die jaren sterk gemaakt voor verduurzaming.

VVD en groen lijkt niet de meest voor de hand liggende combinatie, maar kennelijk kan het dus wel. Hoe moet ik dat zien?

Bij deze partij is al heel lang een groep mensen die zich realiseert dat we niet voort kunnen gaan en economische vooruitgang boeken zonder vergroening, verduurzaming en energietransitie. Liberaal Groen is een van de oudste netwerken binnen de VVD en het is nu ook een groene partij. Vijftien tot twintig jaar maakten we dat niet bepaald duidelijk. Door de communicatie vanuit de partij te verbeteren, komt dat tegenwoordig beter voor het voetlicht. Overigens was in Drenthe mijn bijnaam Groene Tanja.

Wat was de reden om voorzitter te worden van het NDP?

Ik heb jarenlang in het bestuur gezeten van de Green Deal, een landelijke club die een rol had in het adviseren van het Ministerie van Economische Zaken als het gaat om samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen. Het NDP is in 2019 voortgekomen uit de Green Deal Groene Daken, dus ik was er goed mee bekend. Een tweede motief zit in een rapport van het Planbureau voor de Leefomge­ving waarin drie jaar geleden heel overzichtelijk werd aangegeven waar we echt mee aan de slag moeten. Dit is gemeengoed geworden onder de Grote Verbouwing van Nederland. Denk aan de woningbouwopgave, die weer gerelateerd is aan infrastructuur en recreatie, de natuur in combinatie met landbouw, klimaatadaptatie en mitigatie en de circulaire economie. Als je optelt hoeveel ruimte we nodig hebben om dit allemaal een plek te geven, kom je aan 1,8 keer Nederland. Aangezien we die ruimte niet hebben, moeten we slim werken. Als je bedenkt dat we in ons land vierhonderd vierkante kilometer aan onbenutte platte daken hebben, dan ligt hierin een deel van de oplossing. Binnen het NDP komt dat samen: een visie ontwikkelen hoe je slimme combinaties kunt maken om die ruimte te benutten.

Van 2013 tot 2021 was u dijkgraaf van het waterschap Vallei en Veluwe. Wat heeft u uit deze functie meegenomen naar uw rol in het NDP?

Het waterschap vind ik de mooiste bestuurslaag die er is. Hier kom je de onderwerpen tegen die ons tegenwoordig bezighouden: natuur, verduurzaming, klimaatadaptatie, droogte, hoosbuien, wateroverlast, hitte. Voor het NDP is dat een mooi voortraject, want ik had als gedeputeerde acht jaar duurzaamheid, duurzame energie in mijn portefeuille. Als dijkgraaf van het waterschap Vallei en Veluwe kon ik die kennis verder ontwikkelen. Sinds juli 2016 ben ik lid van de Eerste kamer en daar heb ik sinds mijn pensio­nering ook water, ruimtelijke ontwikkeling en dus ook onderwerpen als de Omgevingswet in mijn portefeuille. Ook daar kan ik mijn kennis en ervaring weer mooi in kwijt. Ik sta nu op plaats vijf van de conceptlijst dus de kans dat ik nog een periode verder mag is reëel.

Wat ik eigenlijk heb meegenomen, wat wij als waterschappen al heel lang riepen en wat nu ook in het regeer­akkoord is opgenomen, is dat bodem en water leidend zijn in ruimtelijke ontwikkeling. In een land als Nederland kan dat niet anders. En dan hebben we het niet alleen over grondwater en open water, maar ook over hemelwater. Dat zie je weer terug in het NDP, waar de rode draad eigenlijk een blauwe draad is. Water komt overal in terug en is overal bij betrokken. Dat vind je ook terug in de missie en visie van het NDP en daarom wil ik mijn energie hierin steken.

Wat betreft wetgeving valt er nog veel te doen. In België zijn er strenge richtlijnen wat betreft drinkwatergebruik, in Frankrijk moet je duurzame functies toevoegen aan een dak, in Duitsland mag je geen loods bouwen zonder groen of solar, maar in Nederland komt er maar weinig regelgeving van de grond. Hoe krijgen we hier een versnelling in?

Dat is één van onze vier speerpunten: verankering in beleid. Hier een versnelling in krijgen is een van de bestaansredenen van het NDP als publiek-private netwerkorganisatie. Dat betekent kennispartners aan elkaar te verbinden, best practices uitwisselen, beleidsinstrumenten ontwikkelen en proberen deze te verankeren in lokaal en regionaal beleid. We organiseren bijvoorbeeld partnerdagen en online seminars waar steeds meer gemeenten op af komen. En ja, we moeten de mensen verleiden om drinkwater alleen te gebruiken voor functies waar je echt heel schoon water voor nodig hebt, dus niet om de tuin sproeien en de auto te wassen; dat geldt evenzo voor veel productieprocessen. Water is heel goedkoop in Nederland, met een prijsmechanisme kunnen we het gebruik sturen. Ik weet zeker dat prijsprikkels werken. Daar vind ik dus wel wat van, maar daar ga ik natuurlijk niet over. Als je het over dakgebruik hebt, zal een gebiedsgerichte aanpak nodig zijn. In het ene gebied heb je soms watertekorten, in een ander overschotten. Die kun je niet zomaar met dezelfde regels of maatregelen aanpakken.

Er zijn momenteel zeven (grote) gemeenten, twee water­schappen en één provincie aangesloten bij het NDP. Coördineren van beleid is dan nog wat lastig.

Tegen de tijd dat alle lagere overheden zijn aangesloten kunnen we onszelf bij wijze van spreken opheffen, dus hier hebben we nog zieltjes te winnen. De grote gemeenten zijn al langer goed bezig en hebben vanzelf een voortrekkersrol voor de vele kleinere gemeenten. Ik ga me zelf dit kwartaal richten op de provincies en waterschappen. Ik heb al gemerkt dat het niet een kwestie is van onwil, het is vooral onbekendheid met de materie. En daarin ligt natuurlijk een mooie taak voor het NDP.

De invoering van de Omgevingswet en daarmee het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is wederom uitgesteld. Gaan we het stimuleren van multifunctioneel dakgebruik hier nog in terugzien?

Het debat over deze wet hebben we op 7 maart. De startdatum van de Omgevingswet is uitgesteld naar 1 januari 2024 door een motie die met 93% stemmen is aangenomen in het congres van de Vereniging Nederlandse gemeenten. De gemeenten hebben minimaal een half jaar de tijd nodig om te oefenen. Het Bbl wordt leidend voor alle lagere wet- en regelgeving en geeft gemeenten nieuwe bevoegdheden voor met name het duurzamere gebruik van daken van bedrijfsgebouwen en gebouwen van industrie en logistiek. Ik blijf me zelf nog steeds verbazen over al die blokkendozen waar niks op gebeurt. We kunnen ons dat niet meer permitteren. Waar wij voor pleiten is om niet voor één oplossing te kiezen, maar om dat slim te combineren. We weten inmiddels dat groen onder zonnepanelen tot een beter rendement van die panelen zorgt, maar je kunt evengoed andere combinaties verzinnen. Daarom is het belangrijk om niet alleen te eisen dat een dak waterdicht is, maar ook een voldoende sterke constructie heeft voor meerdere gebruiksvormen. Liefst door er meteen een multi­functionele invulling aan te geven, maar als dat niet kan, die later nog wel mogelijk te maken. We hebben nu een conceptvoorstel klaar van handleidingen voor blauwgroene daken, groengele daken en gebruiksdaken, met best practices waarin je kunt zien wat je moet doen om een dak multifunctioneel in te richten. Zo kunnen we maatwerk bieden omdat de ene gemeente de andere niet is en zelfs de ene locatie de andere niet is. De wet ligt klaar, de Bbl ligt klaar, de waterschappen zijn er al jaren klaar voor, de gemeenten hebben nog extra tijd nodig om te oefenen. Op 1 januari zal het ook nog niet perfect zijn maar dat hoeft niet. Daarna kunnen we blijven verbeteren. De gemeenten hebben dan nog steeds de vrijheid om zaken aan te passen voor een slimmer gebruik van daken. Onze mooie handvatten liggen dan al voor hen klaar.

Hoe gaat het nu verder met het NDP?

Naast de subsidie die we van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kregen, draait het NDP op de inkomsten van onze partners, die zowel financieel als in tijd bijdragen. Vooral dat laatste stimuleert de betrokkenheid enorm. Steeds meer partijen zijn echt geïnteresseerd, doen mee en komen met ideeën en inbreng. Ondertussen maken we nog veel meer stappen om onze grootste ambitie – het vanzelfsprekend maken van multifunctioneel ingerichte daken – te realiseren. Zo sluiten we als NDP aan bij initiatieven als de nationale maatlat klimaatadaptief bouwen en het Nationaal Groeifonds aanvraag van ‘Werklandschappen van de toekomst’ die over groene bedrijventerreinen gaat. Ook zijn we steeds actiever op Linkedin en organiseren we seminars op veel niveaus en op veel plaatsen. We zijn de steen die in een vijver kringen maakt die zich steeds verder verspreiden.

De vier speerpunten van het Nationaal Dakenplan

Bekwame Vakmensen en Innovatie: voor een toekomstbestendig dakenlandschap is het van belang dat de collectieve kennis van het NDP netwerk gedeeld wordt met de gehele keten.

Verankering in Beleid: gemeenten, waterschappen en provincies delen hun best practices en onderzoeken welke beleidsinstrumenten het beste werken om multifunctionele daken te verankeren in lokaal en regionaal beleid.

Stimulerende Financiering: het Nationaal Dakenplan brengt in kaart waar de kansen en uitdagingen liggen voor de financiering van multifunctionele daken.

Verbreding van Mindset: de grote maatschappelijke winst die behaald wordt met multifunctionele daken moet meer bekendheid krijgen. Nog te vaak wordt ingezet op of zonne-­energie of klimaatadaptatie of natuur.