Zoeken

Roofs 2023-03-86 Enzo Ferrari Museum, Modena

Internationale daken

Het is zo’n gebouw waarover mensen, als ze het van bovenaf zouden zien, zouden kunnen zeggen: is het een sportauto, is het een uit de kluiten gewassen reptiel of is het een soort vis op het droge? Waarop je dan, na het lezen van dit artikel, kunt antwoorden: nee, dat is nu de bijzondere aanbouw bij het ouderlijk huis van Enzo Ferrari, oftewel het Enzo Ferrari Museum.

Enzo Ferrari, mede door zijn automerk een van de bekendste Italianen van de afgelopen eeuw, verdiende volgens velen wel een museum over zijn leven en zijn imperium. De stad Modena, de geboortestad van Ferrari, vond dat in elk geval wel en besloot in 2004 om van zijn geboortehuis een museum te maken. Omdat alleen het geboortehuis niet genoeg ruimte bood, werd besloten dat er een extra gebouw moest komen, waarvoor de stad een architectuurwedstrijd uitschreef. Het ontwerp dat als winnaar uit de bus kwam, was net zo excentriek als de auto’s waarvoor het museum gebouwd werd.

Het ouderlijk huis (waar Enzo Ferrari in 1898 geboren werd) en de bijbehorende werkplaats (waar Enzo’s vader nog panelen maakte waarmee treinen gefabriceerd werden) zijn gerestaureerd. Het wordt nu omarmd door het nieuwe, futuristische bijgebouw, ontworpen door wijlen Jan Kaplický. De in Tsjechië geboren Britse oprichter van het architecten­bureau Future Systems, bracht met de combinatie van de twee gebouwen een ode aan het tegenstrijdige beeld van Enzo Ferrari: enerzijds de conservatieve, conventionele man, anderzijds de bedenker van de meest futuristische en bijzondere sportbolides.

Pionier Kaplický

Dat het bouwwerk bijzonder is, dat zie je eigenlijk meteen, maar het feit dat de verantwoordelijke architect Kaplický door zijn plotselinge overlijden in 2009 niet eens bij de oplevering van het gebouw kon zijn, maakt het bouwwerk des te specialer. Na zijn dood werd de bouw van zijn winnende ontwerp trouw uitgevoerd door Andrea Morgante, een Italiaanse architecte die bij Future Systems werkte. Het architectenbureau had in de laatste twee decennia van de 20e eeuw de architectuurcultuur verrijkt met wat leek op ontwerpen die direct gebaseerd waren op science-fiction animatiefilms. Kaplický was een pionier in parametrisch ontwerpen en groot voorstander van het verwerken van duurzame prestaties in constructies, en dat is terug te zien in het Ferrari Museum. Het in 1979 opgerichte bureau was in de beginjaren niet heel succesvol, maar kreeg uiteindelijk de erkenning die het verdiende met de bouw van het media­centrum van Lord’s Cricket Ground in Londen – in 1999 winnaar van de prestigieuze Stirling Prize – en het in 2004 voltooide Selfridges Building in Birmingham. Het Ferrari museum in Modena, hoewel minder heftig in uiterlijk, heeft een parametrisch beeld, voldoet daarmee aan het futuristische aspect van Future Systems, is geslaagd op het gebied van duurzaamheid én past bij de vormen van Ferrari.

Het ontwerp

De tien ‘kieuwen’ op de kolossale aluminium kap refereren duidelijk aan de luchtgaten op het carrosserie van een supercar. Al kan een klein beetje fantasie er ook een buiten­aards wezen van maken dat het ouderlijk huis uitspuugt. En hoewel menig mens waarschijnlijk heel hard ‘rood!’ zou roepen als antwoord op de vraag aan welke kleur Ferrari ze doet denken, was ook geel altijd een belangrijke kleur voor het merk. Dat komt niet in de laatste plaats doordat een groot deel van het wapen van Modena uit de kleur geel bestaat. Bovendien zal de oplettende lezer opgemerkt hebben dat het steigerende paard op het logo van Ferrari ook volledig omhuld wordt met de kleur geel. De keuze voor geel als kap is dus veel logischer dan je in eerste instantie misschien zou denken.

Ondanks de extraverte vorm, kleur en technologie van het nieuwe bouwwerk heeft Kaplický het bedoeld als een passieve toevoeging. Als een open hand die het L-vormige complex van oorspronkelijke gebouwen beschermt. Het staat discreet, als ware het een dure sportauto, op de achtergrond geparkeerd. En dat klopt, want ondanks het zeer opvallende uiterlijk van de gele kap, kun je niet ontkennen dat het oude gebouw ook meteen in het oog springt. Dit bewijst ook weer hoe goed het conservatieve uiterlijk van het ene en het futuristische uiterlijk van het ander elkaar enorm kunnen versterken.

Het bijzondere dak

Het dakoppervlak bestaat uit vijfduizend aluminium panelen die zijn vervaardigd door scheepsbouwers. Ze zijn gelegd met behulp van tand-groefverbindingen die veelal gebruikt worden in scheepsrompen. De 3.300 m2 van het dak rusten op een gewelfd stalen frame dat aan de achterkant en zijkant afloopt en aan de voorkant van het gebouw steunt op twee kolossale vorken. In de zijkant en de achterkant zitten betonnen steunberen, die verzonken in de aarde het gebouw omzomen. De tien dakopeningen zijn voorzien van computergestuurde ramen, waarmee de warme lucht overdag kan worden afgevoerd. De indrukwekkende overspanning, die de volledige breedte en lengte overspant zonder het gebruik van kolommen, zorgt voor een bijzonder ruimtelijk gevoel in de reusachtige tentoonstellingsruimte. Net als de gevel volgen alle elementen in het pand, zoals de overdekking voor de bar en de giftshop, en die voor de toiletten, vergelijkbare aerodynamische rondingen.

De dakopbouw

Van binnenuit bestaat de dakopbouw uit een plafondmembraan van Barrisol met daarboven een vakwerkspant waarop de structurele stalen dwarsligger leunt. De tien dakopeningen worden ondersteund door een extra stalen elementen, waarop twee lagen à 80 millimeter dikke hardschuimisolatie liggen. Hierop ligt weer een bitumen waterdichting, waarop de uiteindelijke dakbedekking ligt van de door extrusie gevormde aluminium panelen in de tand-groefverbinding.

Geothermisch verwarmde museum

Het Ferrari Museum was het eerste museum in Italië dat gebruik maakte van geothermische energie voor verwarming en koeling. Naast het passieve thermische voordeel van het verzinken van het gebouw in de grond én de slimme dakramen, zorgen 24 putten die 130 meter in de aarde werden geboord mede voor de warmteregulatie in het gebouw. Verder worden zonnepanelen gebruikt voor warm water en als alternatieve energiebron, waardoor de energiekosten de helft lager uitvallen ten opzichte van een gebouw van vergelijkbare grootte met conventionele systemen.

Of het mooi is, is uiteraard een kwestie van smaak, maar dat het op een speelse manier het futuristische en conserva­tieve tentoonspreidt moge duidelijk zijn. Het bijzondere architectonische dak én het duurzame karakter maken het een gebouw waarmee Kiplacký zelfs na zijn dood eer heeft weten te doen aan het nalatenschap van Enzo Ferrari.

Joep Klerx