Roofs 2023-04-52 De ecoloog als ambassadeur voor het groene dak
Special Groene Daken
Natuur in de stad is waardevol. In de bebouwde omgeving is het vaak zoeken naar manieren om biodiversiteit en natuurinclusiviteit te vergroten. Aan ontwikkelteams wordt steeds vaker een ecoloog toegevoegd. Martijn van der Neut, adviseur ecologie bij Ecoresult geeft inzicht in zijn overwegingen. Het dak helpt de steeds hogere natuurdoelstellingen te halen.
Kennis van de omgeving, de omgevingskwaliteit, de Wet natuurbescherming. Kennis van soorten en lokale en regionale ecosystemen. De ecoloog neemt dat traject voor zijn rekening en zorgt ervoor dat een stedelijke opgave, of een nieuw te realiseren bedrijventerrein, ruimte biedt aan de natuur en in de natuurlijke omgeving past. “Vaak is het uitgangspunt een stedenbouwkundig ontwerp waarin in grote lijnen al vastligt waar er wegen komen en welke volumes er voor bebouwing beschikbaar zijn”, zegt Martijn van der Neut, adviseur ecologie bij Ecoresult, een in 2007 opgericht ecologisch bureau met vestigingen in Alblasserdam en Veenendaal dat onderzoekt, adviseert en uitvoert. “Aan ons als ecologen de taak om de natuurinclusiviteit vorm te geven en in het project te doen landen. Met op het eind ook een beheerplan of -advies voor eigenaren of de gemeente.”
In het ontwerpteam is er steeds meer ruimte voor de ecoloog. “We beschouwen de omgeving en brengen nauwkeurig in kaart waar er ruimte is voor biodiversiteit. We kijken het liefst op woonwijkniveau en brengen de groenstructuren in kaart. Groene zones passen we aan op elkaar en we streven ernaar de verbindingen naar het buitengebied te behouden of mogelijk maken.”
Een groen dak speelt daarbinnen een belangrijke rol: Wat zijn de mogelijkheden? Passen we het toe op alle bebouwing of doen we een deel zonnepanelen? Doen we daaronder groen of clusteren we het? Beslissingen hierover in een vroeg stadium zijn belangrijk omdat ontwerpaanpassingen nodig zijn als een vegetatiedak met hoge biodiversiteit-waarde gewenst is. De projectontwikkelaar beseft dat een biodivers dak waardevoller is dan een gewoon dak en neemt dit alternatief steeds vaker serieus mee in de kostenafweging.”
Opdrachtgevers stellen zich de vraag of het uitkomt met de verkoopprijs. Om daar houvast in te vinden, vragen opdrachtgevers vaak om de natuurinclusiviteit te kwantificeren. Er zijn diverse puntensystemen in ontwikkeling die vaak al worden gebruikt. (zie voorbeeld in kader) Deze zijn ook een goed communicatiemiddel naar gemeenten. In tenders wordt vaak al 25 procent van de beoordeling bepaald door duurzaamheid en natuurinclusiviteit. Die ontwikkeling is in volle gang. Ook op het gebied van woningbeleid op nationaal niveau.
Schelpendak
“De architect gaat niet over de typen en soorten en wat voor natuurwaarde deze vertegenwoordigen. Daarvoor zijn wij ecologen de aangewezen partij. In de renderingen en presentaties van ontwikkelaars als er een nieuwe wijk komt, zie je vaak heel verkeerde soorten zoals een mooie kleurrijke vlinder die alleen in Zuid Amerika voorkomt.”
De wellustig groene daken hoeven overigens niet altijd een oplossing te zijn. “Het aantal scholeksters is de laatste jaren afgenomen. Het is een grondbroeder die zich thuis voelt
op het strand of bij een rivierbedding. Grind en schelpen lijken op die omgeving, dus zijn deze vogels ook te vinden op daken van bijvoorbeeld sportcentra en bedrijventerreinen met dergelijke dakbedekking, ook in het binnenland. Voor daken langs de Nieuwe Waterweg bij Vlaardingen speel ik in op de behoefte aan een open gebied met weinig vegetatie, door hier bruine daken te adviseren met schelpenbedekking. Op de Veluwe zou ik dat weer niet voorstellen.”
“We kijken ook naar de beheerfase. Vaak leg je iets aan dat bij oplevering nog niet af is. Struiken en bomen moeten nog groeien, de vegetatie moet settelen en wat gezaaid is moet nog aanslaan. Daar hoort een beheerplan bij voor de ontwikkeling naar het gewenste eindbeeld. Vaak is het zo dat de groenbeheerder het beheer van de buitenruimte overneemt. Over de particuliere daken en tuinen hebben we weinig te zeggen, al regelen we het wel vaak dat een hovenier de tuin aanlegt en het voor de bewoners onderhoudt.”