Roofs 2023-04-72 Vlinders goede indicator kwaliteit groendak
Special Groene Daken
De jubilerende Vlinderstichting werkt al jaren nauw samen met partijen om ook op het dak een goede biotoop te creëren. Hoewel vlinders zich niet hoger wagen dan een meter of vijftien, weten ze heel goed de weg te vinden naar nectar en zijn kleine stukjes groen vaak al voldoende. Maar een schraal landschap zal geen vlinders trekken. Projectleider Nora Thierry van de Vlinderstichting leert ons de weg naar de ecoloog die dat kan oplossen.
“Groene daken voegen in veel gevallen nog te weinig toe aan de biodiversiteit”, zegt projectleider Nora Thierry bij de Vlinderstichting. Ze heeft een achtergrond met master opleidingen in Delft en Wageningen op het gebied van Bouwkunde, techniek en ecologie. Voor de Vlinderstichting legt ze daarmee gemakkelijk contact met de makers van de gebouwde omgeving en vertegenwoordigt ze de stichting bij het Nationaal Dakenplan. “Veel vaker zouden projectontwikkelaars en bouwers advies moeten vragen aan een ecoloog. Want inmiddels zijn we ecosysteem beschermers en werken we aan natuurherstel, dan ontkom je er niet aan om naar meer soorten te kijken, een carnaval mix. Exotische planten geven nectar, maar geen voedsel voor andere soorten.”
Thierry werkt veel aan biodiversiteitherstel op bedrijventerreinen. “Mijn advies varieert van de ontwerpfase tot in de bouw of in de beheerfase. Daarbij denk je steeds aan de drie V’s voor een goede biotoop: voeding, veiligheid en voortplanting. Voor vlinders, of breder; bestuivingsverspreiders, kan een klein, slim gekozen groen in de gebouwde omgeving al een aanzet vormen tot een gezonde biotoop. Vlinders zijn super gevoelig. De vlinder verandert eerst zijn gedrag maar is ook het eerst weer terug. Vlinders vinden ook snel het groen, dus als je vlinders op het dak hebt, dan doe je iets goed.”
Kleine stukjes voldoen
“Voor veel traditioneel geschoolde ecologen is het dak nog wat onbekend. Maar er zijn al diverse specialisten die bijzonder slimme daken ontwikkelen. Rotterdam bijvoorbeeld, zet met haar stadsecologen al veel mooie, biodiverse stappen.” Thierry benadrukt het belang van lokale soorten, waarvan de (stads)ecoloog weet heeft. De gekozen beplanting op het dak moet passen in de omgeving. Het dak wordt daarmee onderdeel van een groene infrastructuur. Ook bij de Vlinderstichting kun je terecht voor advies. “We zijn altijd bereikbaar voor de grote en kleine vragen over plantsoorten. Het geven van advies op projectbasis is voor ons een bron van inkomsten.”
“In de stad zien we dat bijna elk bloemetje nuttig is. Met een klein stukje van één vierkante meter kom je al heel ver. Op multifunctionele daken adviseer ik daarom altijd een randje vrij te maken voor de vlinder. Dat verhoogt ook de sociale functie van het dak. Een dikkere substraatlaag laat meer planten toe en meer biodiversiteit. Er kan een robuuster en een meer gevarieerd ecosysteem ontstaan. Maar er zijn ook partijen die onderzoek doen naar inheemse soorten die in ongeveer zeven centimeter substraat al kunnen gedijen. Wij kunnen advies geven over zaden en soorten, maar ik pak er zelf nog vaak de Handreiking Natuurdaken bij, waarin je al heel veel kunt vinden.”
Met resultaat
De jubilerende Vlinderstichting heeft ook goed nieuws. De achteruitgang van de kwaliteit van onze omgeving is niet onomkeerbaar. Sinds 2015 gaat het bijvoorbeeld beter met de biodiversiteit in Nederlandse natuurgebieden. Maar intensieve landbouw en verstedelijking blijven van negatieve invloed. Veel vlindersoorten hebben het zwaar door de stikstofproblematiek en de klimaatverandering. Andere soorten worden bedreigd doordat er te weinig bloemen zijn, waardoor ze geen nectar kunnen vinden. Met beheersmaatregelen is dit vaak op te lossen. In overleg met gemeenten en provincies is er bijvoorbeeld wat aan het bermbeheer te doen, zodat er altijd wat bloeiende planten zijn.
De Vlinderstichting heeft al verschillende successen geboekt. ‘We werken op verschillende manieren aan bescherming van vlinders en libellen. Dankzij onderzoek is er veel kennis over wat ze nodig hebben. We herstellen kwetsbare leefgebieden, zaaien nieuwe percelen in én werken aan beter beheer,’ schrijft de Stichting.
In 1970 is het pimpernelblauwtje, een uiterst zeldzame vlindersoort, verdwenen uit Nederland. De Vlinderstichting herintroduceerde in 1990 zo’n 86 exemplaren in de Moerputten, een natuurgebied vlakbij Den Bosch. Ruim 25 jaar later vliegen er in dit natuurgebied weer 1500 pimpernelblauwtjes rond.