Zoeken

Roofs 2023-07-76 Nieuwe leien daken op het vernieuwde Canisius College

Dak van het Jaar 2023

Het iconische Canisius College in Nijmegen wordt verbouwd tot appartementencomplex. Hierbij wordt ook het dak met natuurleien gerestaureerd. Uitgangspunt daarbij is dat men aansluiting zoekt bij de werkwijze van eind negentiende eeuw.

Nolanda Klunder

Het Canisius College – tegenwoordig een rijksmonument – aan de Berg en Dalseweg in Nijmegen werd in 1898-1900 gebouwd naar het ontwerp van Nicolaas Molenaar. Molenaar liet zich daarbij inspireren door Pierre Cuypers en diens ontwerp van het Rijkmuseum en Centraal Station in Amsterdam. Het Canisius College is gebouwd in dezelfde neorenais­sance stijl, met invloeden uit gotiek en barok.

Parallel aan de Berg en Dalseweg loopt de iconische, fraai gedecoreerde gevel van rode baksteen met trapsgewijze risalieten, rondboognissen en rondboogvensters. Haaks op dit centrale deel van het pand bevonden zich oorspronkelijk drie vleugels, die twee binnen­plaatsen omsloten. Deze vleugels zijn afge­broken tijdens sloopwerkzaamheden in de jaren ‘80/’90, om plaats te maken voor appartementengebouwen. Het pand telt vier bouwlagen waarvan de bovenste zich onder hellende daken bevindt. Deze daken zijn gedekt met leisteen en voorzien van dakkapellen. Op de hoogste delen van het pand bevinden zich voorts hoge schilddaken met op de nok smeedijzeren hekwerken. De schilddaken hebben aan alle vier de zijden met natuurleien gedekte dakkapellen voorzien van een luik en een loden pinakel bovenop.

Niet alleen aan de buitenzijde, ook aan de binnenzijde is het pand rijkelijk gedecoreerd met onder meer siermetselwerk, kruisribgewelven, smeedijzeren hekken en gebeeldhouwde kapitelen. Zeer imposant zijn de kapel en de bibliotheek – deze laatste heeft vijf etages boekenkasten met daarlangs grenenhouten galerijen.

Het Canisius College was van 1900 tot 1970 in gebruik als katholieke jongensschool met internaat. Het was het eerste en grootste Jezuïeteninternaat in Nederland. In deze zeventig jaar hebben zo’n 55.000 jongens hier onderwijs genoten, onder wie D66-voorman Hans van Mierlo en ex-premier Ruud Lubbers.

Sinds het niet meer als school gebruikt wordt, is het gebouw in gebruik geweest als kantoor voor verschillende organisaties. In 2017 werd het pand gekocht door Kroot & Partners Vastgoed samen met TB investments. Zij gaven Braaksma & Roos Architecten de opdracht om in samenwerking met architectenburo frans van roy een ontwerp te maken voor de herbestemming van het gebouw. In het pand komen ca. 120 huurappartementen voor starters. De kapel en de bibliotheek blijven daarbij intact.

Voor de werkzaamheden aan het natuurleien dak werd de expertise ingeroepen van Rob van Boxtel van Leidekkersbedrijf Willem van Boxtel B.V. en Hans Pannekoek van Steencentrum Utrecht.

Esthetiek

In de restauratie blijft de bestaande detaillering van het dak – met zijn sierhekwerk, torenspitsen en dakkapellen met pinakels – onveranderd. Hans Pannekoek: “Het Canisius­college heeft een rijke historie en die rijkdom zie je ook in het prachtige dak. Het is die rijkdom die wij herstellen.” Rob van Boxtel vult aan: “Daarbij is het van belang dat we trouw blijven aan het origineel. Daar wijken we niet van af. Prijstechnisch was het bijvoorbeeld aantrekkelijk om een groter formaat leisteen te kiezen, maar de keuze is gemaakt om de afmeting van de leistenen hetzelfde te houden, evenals de dikte van het lood.”

Na 125 jaar was een groot deel van de leistenen aan vervanging toe. De leistenen worden van de daken verwijderd en op klank gesorteerd. De leistenen die nog bruikbaar zijn, worden hergebruikt voor twee dakvlakken die vanaf de straat niet in zicht zijn. De overige dakvlakken worden gedekt met nieuwe natuurleien. Gekozen is voor natuurleien van Rathscheck Schiefer uit Mayen-Katzenberg in het type InterSIN® 120 in de formaten 35 x 20 / 30 x 20 / 27 x 18 cm.

De meest linker module van het pand is als enige deel nog niet monumentaal. Van Boxtel: “Desalniettemin hebben we de daken hierop behandeld alsof zij ook monumentaal zijn, om niet uit de toon te vallen bij de rest.” Zo is de eenheid van de daken geborgd.

Techniek

Van Boxtel: “We dekken de natuurleien daken opnieuw op de wijze waarop men dat 125 jaar geleden heeft gedaan, maar dan met de kennis van 2023. Dat gaat uiteraard allemaal volgens ERM-richtlijnen URL 4010 en 4011, daarvoor zijn wij gecertificeerd.” Het dakbeschot blijft bij de restauratie onveranderd. Van Boxtel: “Dat is nog volledig intact, het hout is in al die jaren niet nat geworden – zo goed zijn dak en dakbeschot indertijd dus gemaakt – waardoor vervanging niet nodig is. De nokafwerkingen van alle modules worden gehandhaafd, met hun mooie ornamenteringen. Er is destijds NHL 30 lood gebruikt. Ook dat hebben we in stand gelaten. Het is immers een vorm van kapitaalvernie­tiging als je zulk zwaar lood verwijdert. In het verleden werd het indeklood niet blind ingedekt zoals het nu gebruikelijk is, maar bleef het in zicht. Er is voor gekozen om het indek­lood op de authentieke wijze terug aan te brengen. We repareren het lood met lood van dezelfde zwaarte, waarbij ankernagels worden vervangen door RVS schroeven. De trotseerloodjes erop zorgen voor een authentiek uiterlijk. Alle details – killen, zwaarte van het lood, diktes van de hemelwaterafvoeren, verstekken die met de hand gemaakt zijn – worden zorgvuldig gehandhaafd.”

Duurzaamheid

Met het oog op duurzaamheid is gekeken welke materialen hergebruikt konden worden. Het houten dakbeschot behoefde geen vervanging. Ook het NHL 30 lood is waar mogelijk gehandhaafd. In eerste instantie was het plan om de daken niet opnieuw te dekken, maar te repareren. Aangezien veel leistenen na 125 jaar op het dak slijtage vertoonden, was dat echter een kortetermijnoplossing. Pannekoek: “Zeer waarschijnlijk zouden de daken in dat geval over tien jaar alsnog opnieuw gedekt moeten worden.” Daarom werd ervoor gekozen om de daken geheel opnieuw te dekken. Een deel van de oude afkomende leistenen kon teruggeplaatst worden. Verder zijn er nieuwe leien geplaatst. Pannekoek: “De keuze voor natuurlei maakt dat het dak weer lang zal meegaan. Natuurlei gaat honderd jaar mee, dat zien we ook bij de leien die hier al 125 jaar op het dak liggen. Wat wij hier met elkaar reali­seren maken, overleeft ons.”

De hellende daken zijn van binnenuit geïsoleerd, om te voorkomen dat de aansluitingen niet meer zouden kloppen.

Samenwerking

De daken zijn tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen de opdrachtgever, de architect, Leidekkersbedrijf Willem van Boxtel B.V. en Steencentrum Utrecht. Pannekoek: “Vanuit opdrachtgever en architect kwam de vraag bij Van Boxtel welke natuurlei het meest geschikt zou zijn. Daar zijn we met Rob van Boxtel naar op zoek gegaan. Als Steencentrum Utrecht kopen wij de natuurleien bij het Duitse Rathscheck Schiefer uit Mayen-Katzenberg, simpelweg omdat zij de kwaliteit leveren die wij beiden willen bieden.”

Ook wat betreft logistiek moet er goede synergie zijn. Van Boxtel: “Bij een dergelijke hoge productie heb je veel steigers nodig. Die worden aan één kant van het pand opgebouwd. Om aan de andere kant te kunnen dekken, moeten de steigers afgebroken worden en aan de andere kant opnieuw opgebouwd.”

Veiligheid

Langs het dak zijn tijdens de werkzaamheden steigers tot aan de goot aangebracht. De veiligheid tijdens het leidekken is geborgd door steigers tot ca. 2 meter onder de nok.

  • Projectontwikkelaar: Kroot & Partners Vastgoed samen met TB investments
  • Architect: BRAAKSMA & ROOS ARCHITECTEN BV, Den Haag in samenwerking met architectenburo frans van roy, Berkel Enschot .
  • Leidekker: Leidekkersbedrijf Willem van Boxtel B.V., Weurt
  • Leverancier natuurlei: Steencentrum Utrecht, Houten
  • Producent natuurlei: Rathscheck Schiefer, Mayen-Katzenberg (Duitsland)